In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Midden-Nederland, uitgesproken op 24 mei 2024, wordt de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarigen [minderjarige 1] en [minderjarige 2] behandeld. De zaak betreft de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering, die als gecertificeerde instelling optreedt. De ouders van de minderjarigen zijn belast met het ouderlijk gezag, maar de kinderen verblijven momenteel bij hun grootouders moederszijde. De ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing zijn eerder ingesteld en zijn nu opnieuw ter verlenging voorgelegd aan de kinderrechter.
De kinderrechter heeft de procedure op 24 mei 2024 met gesloten deuren behandeld, waarbij de ouders, hun advocaat, een vertegenwoordiger van de GI, de pleegmoeder en een vertegenwoordiger van de Raad voor de Kinderbescherming aanwezig waren. De GI heeft verzocht om verlenging van de ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing voor een periode van drie maanden, tot 24 augustus 2024. De ouders en pleegmoeder hebben hun instemming met dit verzoek betuigd.
De kinderrechter heeft in haar beoordeling vastgesteld dat de wettelijke criteria voor verlenging van de ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing nog steeds zijn vervuld. De ontwikkeling van de minderjarigen is nog steeds bedreigd en de ouders zijn momenteel niet in staat om deze bedreiging zelfstandig weg te nemen. De kinderrechter heeft echter ook opgemerkt dat de ouders positieve stappen hebben gezet en dat er behoefte is aan een vrijwillig kader voor de hulpverlening, in plaats van een dwingend ondertoezicht. De kinderrechter heeft daarom besloten om de ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen tot 24 augustus 2024, met de verwachting dat de hulpverlening in een vrijwillig kader kan plaatsvinden.