ECLI:NL:RBMNE:2024:3686
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet-betaling griffierecht
In deze zaak heeft eiser op 2 december 2023 beroep ingesteld bij de Rechtbank Midden-Nederland. De rechtbank heeft echter besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat eiser het griffierecht van € 50,- niet heeft betaald. Volgens artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het verplicht om griffierecht te betalen om een beroep inhoudelijk te kunnen laten behandelen. De griffier heeft eiser op 11 januari 2024 een aangetekende brief gestuurd, waarin hij werd geïnformeerd dat het griffierecht binnen vier weken moest worden betaald. Deze brief is op 13 januari 2024 bezorgd op het door eiser opgegeven adres. Ondanks deze waarschuwing heeft de rechtbank het griffierecht niet ontvangen en heeft eiser geen geldige reden opgegeven voor deze niet-betaling. Hierdoor is de rechtbank genoodzaakt om het beroep niet-ontvankelijk te verklaren, zoals bepaald in artikel 8:54 Awb. De rechtbank heeft geen proceskostenvergoeding toegewezen, aangezien het beroep niet inhoudelijk is behandeld. De uitspraak is gedaan door rechter M. Eversteijn en is openbaar uitgesproken op 5 juni 2024.