ECLI:NL:RBMNE:2024:3772
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens te late indiening
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, wordt het beroep van eiser tegen een besluit van de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht behandeld. Het besluit waartegen het beroep is ingesteld, dateert van 18 januari 2024 en is bekendgemaakt op 22 januari 2024. Eiser had het beroepschrift uiterlijk op 4 maart 2024 moeten indienen, maar dit is pas op 16 maart 2024 ontvangen door de rechtbank, wat te laat is. De rechtbank stelt vast dat het beroep niet inhoudelijk kan worden behandeld omdat het beroepschrift buiten de wettelijke termijn is ingediend.
De rechtbank overweegt dat eiser als reden voor de te late indiening aanvoert dat hij op de verkeerde website heeft gekeken na een melding van verweerder. De rechtbank oordeelt echter dat dit geen geldige reden is, aangezien het de eigen verantwoordelijkheid van eiser is om de juiste informatie te raadplegen. De termijn voor het indienen van een beroepschrift is een fatale termijn, wat betekent dat deze niet kan worden verlengd zonder verschoonbare omstandigheden. Aangezien er geen dergelijke omstandigheden zijn, verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk. Er wordt geen proceskostenvergoeding toegekend.
De uitspraak is gedaan door mr. S.C.A. van Kuijeren en is openbaar uitgesproken op 17 mei 2024. Eiser is geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met deze uitspraak.