Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 21 juni 2024 in de zaak tussen
[eiseres], te [woonplaats], eiseres,
Procesverloop
Overwegingen
.
Beslissing
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 21 juni 2024.
Rechtbank Midden-Nederland
Op 21 juni 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres, vertegenwoordigd door mr. I. Amghar, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Eiseres had beroep ingesteld omdat verweerder niet tijdig had beslist op haar bezwaarschrift tegen een eerdere beslissing van 1 augustus 2023. De rechtbank oordeelde dat de procedure voor het indienen van beroep correct was gevolgd, inclusief de vereiste ingebrekestelling. De rechtbank stelde vast dat verweerder uiterlijk op 9 januari 2024 had moeten beslissen, maar dit niet had gedaan. De rechtbank wees erop dat volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een bestuursorgaan een dwangsom moet betalen voor elke dag dat het in gebreke blijft, tot een maximum van 42 dagen. De rechtbank bepaalde de hoogte van de dwangsom op € 1.442,- en gaf verweerder de opdracht om binnen vier weken na de uitspraak alsnog een beslissing te nemen. Daarnaast werd bepaald dat verweerder € 100,- per dag moet betalen voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres kreeg ook recht op een vergoeding van de proceskosten van € 218,75 en het griffierecht van € 51,-. De rechtbank concludeerde dat het beroep gegrond was en vernietigde het niet tijdig nemen van een besluit door verweerder.