Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Utrecht
1.De stukken
- het vonnis van deze rechtbank van 7 januari 1999 waarbij betrokkene ter beschikking is gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege omdat hij zich heeft schuldig gemaakt aan verkrachting en feitelijke aanranding van de eerbaarheid;
- stukken waaruit blijkt dat de terbeschikkingstelling (hierna: tbs) is ingegaan op 22 januari 1999;
- de beslissing van deze rechtbank van 17 januari 2023, waarbij de tbs voor het laatst is verlengd met één jaar;
- de vordering van de officier van justitie van 13 december 2023, die strekt tot verlenging van de tbs met twee jaar;
- het verlengingsadvies van de [verblijfplaats] (hierna: de inrichting) van 8 november 2023, opgemaakt door drs. [A] (klinisch psycholoog, hoofd patiëntenzorg, plv hoofd van de inrichting), [B] MSc (verpleegkundig specialist ggz, hoofd behandeling) en drs. [C] (psychiater), om de tbs met verpleging te verlengen met twee jaar;
- het Pro Justitia-rapport van 15 december 2023, opgemaakt door prof.dr.mr. [D] , psychiater;
- het Pro Justitia-rapport van 8 januari 2024, opgemaakt door [E] , psycholoog;
- de wettelijke aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van de betrokkene, over de periode 24 januari 2023 tot en met 30 oktober 2023.