4.3Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen
Ten aanzien van feit 1, feit 2 en feit 3:
In het informatief gesprek zeden heeft [slachtoffer] – zakelijk weergeven – het volgende verklaard:
Waar is het gebeurd: woning van [verdachte] (
de rechtbank begrijpt: [adres 1] , [plaats]).
Wanneer is het gebeurd: op 1 januari 2023 tussen 05:00 uur en 11:15 uur.
Wie is de verdachte? [verdachte] .
Zij vertelt dat zij is verkracht. Hij wilde haar verkrachten en had haar op schoot getrokken. Zij is naar het toilet gegaan en wilde hem afweren. Hij had een mes gepakt uit keuken. Zij heeft de deur van de wc op slot gedaan. Hij zei dat zij de deur moest openen en dat hij haar zou steken. Zij heeft door het raam van de wc om hulp geroepen en spullen naar buiten gegooid. Zij wilde weg. De deurklink van de wc is kapot gegaan toen zij die hard dichttrok.
Zij zag een trap en is naar beneden gegaan. Zij wilde daar om hulp roepen. De deur was afgesloten en niemand heeft haar horen schreeuwen. Zij heeft zich beneden aan de verwarming vast gehouden, zodat hij haar niet naar boven kon tillen.
Zij heeft geschreeuwd en gehuild. Hij heeft haar toen geschopt en geslagen. Zij moest toen overgeven. Zij wilde toen haar spullen en wilde naar huis. Hij wilde dat zij bleef slapen en dan mocht zij pas naar huis.
Ze ging naar boven, ze probeerde zichzelf te beschermen en daar heeft hij haar broek uitgetrokken. Hij heeft haar vastgehouden en geslagen. Daarna heeft hij haar verkracht. Met zijn penis is hij in haar onderkant gegaan. Zij was aan het schreeuwen en had pijn gehad. Hij is in haar vagina geweest. Zij heeft zich verzet. Hij wilde een condoom pakken maar dat heeft hij niet gebruikt. Hij heeft zijn vinger in haar lichaam gedaan. Het is gestopt toen hij klaar was. Er kwam wit spul uit hem. Het kwam op haar kruis van onderen terecht. Dat heeft hij afgeveegd met zijn Nike broek, beige van kleur.
Hij heeft haar daarna stevig omarmd, want hij wilde haar niet laten gaan. Toen [verdachte] sliep, heeft zij haar pleegmoeder via WhatsApp berichten gestuurd. De pleegmoeder heeft de politie gebeld.
Verhaal na vragen naar aanleiding van bovenstaand verhaal:
Beneden heeft hij haar mond dicht gehouden. Hij zei als zij naar boven ging, zou hij haar niet verkrachten, anders zou hij het beneden in de gang verkrachten. Hij heeft daar haar broek proberen uit te trekken. Hij hield haar steeds vast aan haar handen en hield haar mond dicht.
Vervolgens is het hem wel gelukt om haar in het bed te verkrachten. Zijn penis is in haar vagina geweest. Hij heeft haar nog gekust en hij heeft haar borsten aangeraakt. Hij heeft zijn vingers ook in haar vagina gedaan.
Zij heeft nu overal pijn, rode punten, pijn in haar nek en in het gezicht. Op haar armen laat zij wat kleine blauwe plekken zien. Haar rechterarm doet veel pijn, doordat hij haar daar heeft vastgepakt.
In het proces-verbaal van bevindingen van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] staat – zakelijk weergeven – het volgende opgenomen:
Op 1 januari 2023, omstreeks 10:40 uur, kregen wij opdracht om ons naar de [straat] te Amersfoort te begeven.
Wij hebben vervolgens aangebeld bij perceel [nummer] . Vervolgens schrokken wij omdat er plotseling een mevrouw met ontblote benen naar beneden kwam gerend. Wij zagen dat zij hard op de deur beukte en dat zij gehaast de deur probeerde open te maken.De deur leek echter op slot te zitten want zij kreeg de deur niet open. Wij zagen dat zij emotioneel was en dat zij keek alsof zij moest huilen. Wij zagen dat zij bang was. Wij zagen namelijk dat zij een angstige gelaatsuitdrukking had. Wij zagen dat zij onrustig bleef proberen de deur voor ons open te maken.
Kort hierop zagen wij dat er een man naar beneden kwam lopen. Wij zagen dat hij een losse deurklink in zijn hand had. Wij zagen dat hij de haak, die op ooghoogte was gevestigd, boven de deurklink open deed. Kort hierna zagen wij dat hij de deurklink uit zijn handen in de deur stopte, waarna hij de deur opende met de deurklink waarmee hij naar beneden kwam gelopen.
In het ‘proces-verbaal van bevindingen uitwerking van de geluidsbestanden van de politie Twente’ staat – zakelijk weergeven – onder meer het volgende opgenomen:
Geluidsbestand dat betrekking heeft op de melding van 1 januari 2023.
V: [pleegmoeder]
Opmerking: Tijdens het hele gesprek klinkt de stem van [pleegmoeder] geëmotioneerd.
M: U spreekt met de politie in Twente.
V: Hallo.
M: U had de politie gebeld in Duisland.
V: Inderdaad.
M: Over een bedreiging in Amersfoort?
V: Ik ben haar verzorger.
M: En waar in Amersfoort is dat dan?
V: [adres 2] .
M: En die persoon wordt bedreigd, of wat gebeurd daar?
V:Ze zegt dat ze met een mes wordt bedreigd en ze wil weg, maar ze mag niet weg.
M: En hoe heet die persoon?
V: [slachtoffer] (
de rechtbank begrijpt: [slachtoffer]).
In het ‘proces-verbaal van bevindingen ontvangen screenshots’ staat – zakelijk weergeven – het volgende opgenomen:
[slachtoffer] verklaarde dat ze haar pleegmoeder, [pleegmoeder] , een bericht had gestuurd via WhatsApp met het verzoek om hulp.
Op 5 januari 2023 heb ik telefonisch contact gezocht met [pleegmoeder] en heb ik haar gevraagd of ze nog in het bezit was van het WhatsApp-bericht. [pleegmoeder] gaf aan het bericht nog te hebben en er werd afgesproken dat ze van de berichten screenshots zou maken en deze naar mij toe zou sturen.
In bijlage 1 tot en met 4 bij dit proces-verbaal staan screenshots van het WhatsApp-gesprek tussen aangeefster en [pleegmoeder] . In dat WhatsApp-gesprek staat het volgende:
[slachtoffer] :
10:16 uur - Hilfe.
10:16 uur - Bitte.
[pleegmoeder] :
10:16 uur - Was ist los?
[slachtoffer] :
10:17 uur - Ich brache Hilfe.
10:22 uur - stuurt haar locatie.
10:40 uur - stuurt schermafbeelding van telefooncontact: [verdachte] .
10:40 uur - Seine Name.
10:45 uur - Ich kann nicht mehr (
huilende emoticons).
In het ‘proces-verbaal forensisch onderzoek persoon [slachtoffer] ’ staat – zakelijk weergeven – het volgende opgenomen:Slachtoffer: [slachtoffer] .
Bevindingen
Ik zag dat het slachtoffer over bijna haar hele lichaam, aan de voorzijde, blauwe plekken en krassen in de huid had. Ik zag dat de huid om het linker oog van het slachtoffer gezwollen en een beetje verkleurd was. Ik zag blauwe plekken in de huid links en rechts op de onderkaak. Ik zag een blauwe plek op de borstkas en krassen in de huid boven beide borsten. Ik zag blauwe plekken in de huid van de rechterarm en de linkerarm. Ik zag krassen in de huid van het linker onderbeen, aan de voorzijde. Ik hoorde dr. [dokter] zeggen dat deze letsels kunnen passen bij een worsteling.
Biologisch spoorSIN: ZAAE4505NL (Zedenkit).
Plaats veiligstellen: Bemonsteringen slachtoffer.
In het NFI Rapport ‘Onderzoek naar biologische sporen en DNA-onderzoek naar aanleiding van aangifte van een zedenmisdrijf gepleegd in Amersfoort op 1 januari 2023’ d.d. 8 februari 2023, opgemaakt door ing. M.J.W. Pouwels, staat – zakelijk weergeven – het volgende opgenomen:
Ontvangen materiaal
SIN: ZAAE4505NL
Omschrijving: onderzoeksset zedendelicten van [slachtoffer] .
Resultaten, interpretatie en conclusie van het onderzoek
SIN
DNA kan afkomstig zijn van:
Bewijskracht
ZAAE4505NL#04 buitenste schaamlippen (nat)
minimaal twee personen:
- slachtoffer [slachtoffer]
- [verdachte] (sperma)
Onderzoek naar aard celmateriaal:
- aanwijzing spermavloeistof? ja
- spermacellen waargenomen? ja
- meer dan 1 miljard
ZAAE4505NL#06 diep vaginaal
minimaal twee personen:
- slachtoffer [slachtoffer]
- minimaal één andere persoon
Onderzoek naar aard celmateriaal:
- aanwijzing spermavloeistof? ja
- spermacellen waargenomen? ja
Bewijskracht van het vergelijkend DNA-onderzoek
Buitenste schaamlippen (nat) ZAAE4505AL#04
DNA-profiel ZAAE4505NL#04 is meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker wanneer het sperma in de bemonstering afkomstig is van verdachte [verdachte] , dan wanneer het DNA afkomstig is van een willekeurige (niet aan verdachte [verdachte] verwante) persoon.
In het NFI Rapport ‘Y-chromosomaal DNA-onderzoek’ d.d. 27 juli 2023, opgemaakt door ing. M.J.W. Pouwels, staat – zakelijk weergeven – het volgende opgenomen:
DNA-onderzoek
Bemonstering ZAAE4505NL#06 (diep vaginaal) van slachtoffer [slachtoffer] is onderworpen aan een Y-chromosomaal DNA-onderzoek.
Resultaten, interpretatie en conclusie van het onderzoek
Op grond van de resultaten van het onderzoek naar biologische sporen en het vergelijkend
Y-chromosomaal DNA-onderzoek wordt geconcludeerd dat het sperma in bemonstering ZAAE4505NL#06 (diep vaginaal) afkomstig kan zijn van verdachte [verdachte] , of van een in de mannelijke lijn aan verdachte [verdachte] verwante man.
Bewijskracht
Hypothese 1:
Het mannelijke DNA in bemonstering ZAAE4505NL#06 is afkomstig van [verdachte] of van een in de mannelijke lijn aan [verdachte] verwante man.
Hypothese 2:
Het mannelijke DNA in bemonstering ZAAE4505NL#06 is afkomstig van een willekeurig gekozen man die niet in de mannelijke lijn verwant is aan [verdachte] .
Y-chromosomaal DNA-profiel ZAAE4505NL#06 is zeer veel waarschijnlijker wanneer hypothese 1 waar is, dan wanneer hypothese 2 waar is.
Bij de verbale waarschijnlijkheidsterm ‘zeer veel waarschijnlijker’ hoort een bewijskracht (LR) van 10.000-1.000.000.
De hiervoor weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.
Vaststaat dat aangeefster en verdachte na een nieuwjaarsfeest op 1 januari 2023 naar de woning van verdachte zijn gegaan. Over wat er zich daarna in de woning van verdachte tussen verdachte en aangeefster heeft afgespeeld, lopen de verklaringen van aangeefster en verdachte uiteen.
De rechtbank stelt voorop dat het bewijs dat een verdachte een tenlastegelegd feit heeft begaan volgens het tweede lid van artikel 342 van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv) door de rechtbank niet uitsluitend kan worden aangenomen op basis van de verklaring van één getuige of alleen op basis van de verklaring of aangifte van het slachtoffer.
In zedenzaken doet zich vaak de situatie voor dat alleen het veronderstelde slachtoffer en de veronderstelde dader aanwezig zijn geweest bij de bewuste handelingen. Uit vaste rechtspraak kan echter worden afgeleid dat in zedenzaken niet is vereist dat de verkrachting als zodanig (waaronder het seksueel binnendringen) bevestiging vindt in ander bewijsmateriaal, maar dat het afdoende is wanneer de verklaring van de aangeefster op onderdelen steun vindt in andere bewijsmiddelen, afkomstig van een andere bron dan degene die de belastende verklaring (aangeefster) heeft afgelegd. Tussen de verklaring en het overige gebezigde bewijsmateriaal mag geen sprake zijn van een te ver verwijderd verband. Ook voor de andere tenlastegelegde feiten geldt dat alleen aangeefster en verdachte aanwezig zijn geweest bij de bewuste handelingen.
Betrouwbaarheid verklaringen aangeefster
Nu de raadsman de betrouwbaarheid van de verklaring van aangeefster in twijfel heeft getrokken, zal de rechtbank zich daarover allereerst een oordeel vellen teneinde te beoordelen of de verklaring van aangeefster bruikbaar is voor het bewijs.
Aangeefster heeft op meerdere momenten een verklaring afgelegd over wat zich in de nacht van 1 januari 2023 heeft voorgedaan. De rechtbank constateert dat deze verklaringen uitgebreid, gedetailleerd en op hoofdlijnen consistent zijn. De verklaring van aangeefster tegenover de verbalisanten die haar aantroffen in de woning van verdachte stemt grotendeels overeen met wat zij vervolgens tijdens het informatief gesprek tegenover de politie heeft verklaard en met hetgeen zij later tegenover de rechter-commissaris heeft verklaard over wat er is gebeurd.
Daarnaast weegt de rechtbank mee dat verschillende door aangeefster genoemde feiten en omstandigheden steun vinden in andere bewijsmiddelen in het dossier en daarmee objectief verifieerbaar zijn. Dit draagt dan ook bij aan de betrouwbaarheid van haar verklaringen. Zo heeft aangeefster verklaard dat zij naar de toilet is gegaan om verdachte van zich af te weren en dat zij door het toiletraam spullen naar buiten heeft gegooid in de hoop dat mensen dat zouden zien of horen en haar te hulp zouden schieten. Dit past bij de bevindingen van de verbalisanten die onderzoek hebben uitgevoerd in de woning van verdachte. Zij hebben geconstateerd dat het toiletraam openstond en onder het toiletraam is een spuitbus met een rode dop aangetroffen. Aangeefster heeft verder verklaard dat zij de toiletdeur zo hard heeft dichtgetrokken dat de deurklink heeft losgelaten. De verbalisanten hebben geconstateerd dat de deurklink van de toiletdeur ontbrak en hebben op het aanrechtblad in de keuken een losse deurklink aangetroffen. Daarnaast heeft aangeefster verklaard dat verdachte tijdens de verkrachting, die op het bed plaatsvond, een condoom heeft gepakt, maar deze vervolgens niet heeft gebruikt. Dit onderdeel van de verklaring van aangeefster wordt ondersteund door het aantreffen van een in elkaar gefrommelde condoom op het nachtkastje naast het bed in de slaapkamer van verdachte. Aangeefster heeft voorts beschreven dat verdachte bij de verkrachting is klaargekomen, waarna hij zijn sperma aan een beige Nike broek heeft afgeveegd. Deze specifieke broek is vervolgens ook door de verbalisanten aangetroffen, op een stoel naast het bed in de slaapkamer van verdachte. Verder heeft aangeefster verklaard dat zij in de hal beneden heeft overgegeven, waarna verdachte kranten over haar braaksel zou hebben gelegd. Dit past bij het aantreffen van een natte plek onder de kranten in de hal van de woning van verdachte.
De rechtbank constateert evenals de verdediging dat de verklaringen van aangeefster ook een aantal inconsistenties bevatten. Zo heeft aangeefster verschillende geboortedata opgegeven en heeft zij in het getuigenverhoor bij de rechter-commissaris aanvankelijk niet de waarheid gesproken over haar reisbewegingen naar Nederland. Verder heeft aangeefster wisselend verklaard over het alcoholgebruik door verdachte en haarzelf. De rechtbank is echter van oordeel dat de inconsistenties niet de wezenlijke punten van haar verklaring over wat zich in de nacht van 1 januari 2023 heeft voorgedaan raken en daarom niet afdoen aan de betrouwbaarheid van de verklaringen daarover. Ook acht de rechtbank een deel van de inconsistenties verklaarbaar doordat aangeefster (in Duitsland) in een asielprocedure zat (waardoor zij niet naar Nederland mocht reizen), alsmede door het tijdsverloop en het gebruik van tolken in verschillende talen bij het informatief gesprek zeden en het getuigenverhoor bij de rechter-commissaris.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de verklaring van aangeefster betrouwbaar en bruikbaar voor het bewijs.
Steunbewijs
Vervolgens staat ter beoordeling of de verklaring van aangeefster voldoende steun vindt in ander bewijsmateriaal. De rechtbank is van oordeel dat dat het geval is en legt uit hoe zij tot dat oordeel komt.
Ten aanzien van feit 1 (verkrachting) en feit 3 (mishandeling):
De verklaring van aangeefster ten aanzien van de verkrachting wordt ondersteund door de resultaten van het DNA-onderzoek verricht door het NFI. Uit het NFI-rapport van 8 februari 2023 blijkt dat DNA-profiel ZAAE4505AL#04 (buitenste schaamlippen nat) meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker is wanneer het sperma in de bemonstering afkomstig is van [verdachte] , dan wanneer het DNA afkomstig is van een willekeurige (niet aan [verdachte] verwante) persoon.
Verder blijkt uit het NFI-rapport van 8 februari 2023 dat bemonstering ZAAE4505NL#06 (diep vaginaal) sperma bevat. Naar deze bemonstering heeft aanvullend Y-chromosomaal DNA-onderzoek plaatsgevonden. Uit het NFI-rapport van 27 juli 2023 volgt dat
Y-chromosomaal DNA-profiel ZAAE4505NL#06 (diep vaginaal) zeer veel waarschijnlijker is wanneer het mannelijke DNA in bemonstering ZAAE4505NL#06 afkomstig is van verdachte of van een in de mannelijke lijn aan hem verwante man dan wanneer het mannelijke DNA afkomstig is van een willekeurig gekozen man die niet in de mannelijke lijn verwant is aan verdachte.
De rechtbank concludeert op basis van de bewijswaarde van de resultaten van het DNA-onderzoek in samenhang met de rest van het dossier, dat het sperma dat op de buitenste schaamlippen en diep vaginaal bij aangeefster is aangetroffen, van verdachte is.
Verdachte heeft bij de politie en ter terechtzitting ontkend dat er seksuele handelingen tussen hem en aangeefster hebben plaatsgevonden. Op de zitting heeft verdachte verklaard dat aangeefster, toen hij sliep, mogelijkerwijs zelf zijn sperma op haar schaamlippen en in haar vagina heeft aangebracht en op die manier de verkrachting in scene heeft gezet. De rechtbank schuift het door verdachte geschetste alternatieve scenario als volstrekt ongeloofwaardig ter zijde.
De verklaring van aangeefster over het door verdachte gebruikte geweld en de bedreiging daarmee, vindt steun in de melding van haar pleegmoeder [pleegmoeder] bij de politie in Duitsland. In deze melding wordt benoemd dat aangeefster met een mes wordt bedreigd, hetgeen aansluit bij de verklaring van aangeefster over het feit dat verdachte met een mes heeft gedreigd toen zij zich op het toilet had opgesloten. Verder vindt de verklaring van aangeefster steun in de letselrapportage, waaruit blijkt dat letsel is waargenomen op de armen, kaken, borstkast en het been van aangeefster.
Gezien het voorgaande acht de rechtbank feit 1 en feit 3 wettig en overtuigend bewezen.
Partiële vrijspraak (feit 1)
De rechtbank spreekt verdachte vrij van het gedeelte van de tenlastelegging dat ziet op het seksueel binnendringen van de anus van aangeefster. Aangeefster heeft hierover niet verklaard en het dossier bevat ook anderszins geen aanwijzingen dat dit zou zijn gebeurd.
Ten aanzien van feit 2 (wederrechtelijke vrijheidsberoving):
Ook feit 2 acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen. De verklaring van aangeefster dat zij de woning niet kon en mocht verlaten vindt steun in het proces-verbaal van bevindingen van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] , die zien dat aangeefster hard op de voordeur van de woning van verdachte beukt en gedurende enige tijd probeert om de deur open te maken, maar dat dit haar niet lukt. De verbalisanten beschrijven dat aangeefster dan emotioneel en angstig is. Daarnaast benoemt de pleegmoeder van aangeefster in de melding bij de politie dat aangeefster zegt dat zij de woning wil verlaten, maar dat dit niet mag van verdachte.
Verdachte verklaart dat de deurklink van de voordeur op de grond voor de deur zou hebben gelegen en dat het voor aangeefster dus gewoon mogelijk was om de woning te verlaten. Verdachte zegt dat hij toen de politie voor de deur stond, heeft gebukt om de deurklink van de grond op te pakken en vervolgens de voordeur heeft geopend. Dit wordt echter weersproken door de processen-verbaal van bevindingen van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] , waarin wordt beschreven dat verdachte met een deurklink in zijn hand de trap af is gelopen en dat verdachte niet gebukt heeft om de deurklink op te rapen.
Conclusie
Op grond van de hiervoor beschreven feiten en omstandigheden, in onderling verband en
samenhang bezien, komt de rechtbank tot het oordeel dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan verkrachting, mishandeling en wederrechtelijke vrijheidsberoving van aangeefster.