ECLI:NL:RBMNE:2024:4182
Rechtbank Midden-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake kinderopvangtoeslag door gebrek aan spoedeisend belang
In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 9 juli 2024, wordt het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoekster afgewezen. Verzoekster had bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van haar aanvraag om herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag, die door de Belastingdienst/Toeslagen was afgewezen met een besluit van 3 mei 2024. De voorzieningenrechter oordeelt dat er geen sprake is van een spoedeisend belang, omdat verzoekster haar stellingen niet heeft onderbouwd met de benodigde stukken.
Verzoekster had zich te laat aangemeld voor de herbeoordeling, wat de reden was voor de afwijzing van haar aanvraag. De voorzieningenrechter legt uit dat een procedure bij de voorzieningenrechter alleen kan worden gevoerd als er een spoedeisend belang is. Dit belang moet zodanig zijn dat de verzoeker niet kan wachten op een beslissing op zijn bezwaar of beroepschrift. Verzoekster voerde aan dat zij in een onzekere situatie verkeert en risico loopt op dakloosheid, maar deze stellingen zijn niet voldoende onderbouwd.
De voorzieningenrechter concludeert dat er geen spoedeisend belang is en wijst het verzoek om voorlopige voorziening af. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.