In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 12 juni 2024 een beschikking gegeven over de wijziging van kinderalimentatie in het kader van een samengesteld gezin. De man, die eerder verplicht was € 584,- per maand aan kinderalimentatie voor zijn kind [minderjarige 1] te betalen, verzocht om een verlaging van dit bedrag naar € 93,- per maand, omdat zowel hij als de vrouw nieuwe partners hebben en er nieuwe kinderen zijn geboren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de man met ingang van de datum van de beschikking € 335,- per maand aan kinderalimentatie moet betalen. De rechtbank heeft de draagkracht van de man berekend op € 1.630,- per maand, terwijl de vrouw slechts een draagkracht van € 50,- per maand heeft. De rechtbank heeft ook de draagkracht van de nieuwe partners van beide ouders in overweging genomen. De rechtbank heeft geoordeeld dat de man voldoende draagkracht heeft om bij te dragen aan de kosten van zijn kinderen, ondanks de nieuwe onderhoudsverplichtingen die voortvloeien uit zijn nieuwe gezinssituatie. De rechtbank heeft de alimentatie vastgesteld op basis van de behoefte van de kinderen en de draagkracht van de ouders, waarbij rekening is gehouden met de zorgkorting voor de tijd dat [minderjarige 1] bij de man verblijft. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de man de alimentatie moet betalen, ook als er hoger beroep wordt ingesteld. De proceskosten zijn voor beide partijen zelf.