In deze zaak heeft eiser bezwaar gemaakt tegen een beslissing van het CAK, dat hem een bestuursrechtelijke premie oplegt omdat zijn zorgverzekeraar hem heeft aangemeld bij het CAK wegens het niet betalen van zijn zorgpremie. Eiser betwist de aanmelding en stelt dat hij sinds 31 december 2020 niet meer verzekerd is bij de zorgverzekeraar. Het CAK heeft het bezwaar van eiser niet-ontvankelijk verklaard, omdat volgens de wet geen bezwaar kan worden gemaakt tegen een aanmelding bij het CAK. De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard, omdat het CAK terecht heeft geoordeeld dat het bezwaar niet-ontvankelijk is. De rechtbank wijst erop dat alleen de zorgverzekeraar iemand kan aan- of afmelden bij het CAK en dat eiser zich in dat geval tot zijn zorgverzekeraar moet wenden. Eiser heeft ook een wrakingsverzoek ingediend tegen de rechter, maar dit is afgewezen. De rechtbank concludeert dat het CAK de wet correct heeft toegepast en dat eiser geen recht heeft op terugbetaling van griffierecht of proceskosten.