Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 7 juni 2024 in de zaak tussen
[eiser] , uit [plaats] , eiser
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
€ 249.000,- . De heffingsambtenaar handhaaft in beroep de vastgestelde waarde van € 271.000,-.
€ 3.866,- per m²) vindt de rechtbank aannemelijk dat de WOZ-waarde van de woning van eiser niet te laag is vastgesteld.
Daartoe overweegt zij als volgt. Zoals hiervoor is overwogen heeft eiser zich initieel op het standpunt gesteld dat de waarde van de woning te laag was vastgesteld. Vanuit dat perspectief rustte op de heffingsambtenaar de last aannemelijk te maken dat de door hem vastgestelde en in beroep verdedigde waarde niet te laag is. Tegen de achtergrond van de aldus door eiser ingenomen procespositie is door de heffingsambtenaar onderbouwd dat de vastgestelde waarde niet te laag is.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- veroordeelt de heffingsambtenaar tot het betalen van € 50,- aan schadevergoeding aan eiser;
- veroordeelt de heffingsambtenaar tot betaling van € 82,03 aan proceskosten aan eiser.