ECLI:NL:RBMNE:2024:4414
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de ontvankelijkheid van een bezwaar tegen een e-mail van de politie in het kader van een betrouwbaarheids- en geschiktheidsonderzoek
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland op 27 juni 2024, wordt het beroep van eiser tegen de korpschef van politie beoordeeld. Eiser had bezwaar gemaakt tegen een e-mail van 2 februari 2023, waarin de korpschef aangaf dat het bezwaar van eiser tegen een eerdere beslissing niet-ontvankelijk was verklaard. De rechtbank behandelt de vraag of deze e-mail kan worden aangemerkt als een besluit in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank concludeert dat de e-mail enkel informatief van aard is en geen rechtsgevolg beoogt, waardoor het bezwaar terecht niet-ontvankelijk is verklaard. Eiser had eerder een negatief advies ontvangen van de afdeling Veiligheid Integriteit en Klachten (VIK) van de politie, en de rechtbank oordeelt dat de korpschef terecht stelt dat artikel 48u van de Politiewet niet van toepassing is. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst de verzoeken van eiser om griffierecht en proceskostenvergoeding af. De uitspraak benadrukt de noodzaak van een goede procesorde en de voorwaarden waaronder besluiten worden genomen in bestuursrechtelijke procedures.