Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 23 juli 2024 in de zaak tussen
[eiser] , uit [woonplaats] , eiser,
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen,
Inleiding
- een verweerschrift van 12 oktober 2022 met een rapport van de verzekeringsarts bezwaar en beroep van 11 oktober 2022;
- een aanvullend beroepschrift van 28 december 2022 met een rapport van verzekeringsarts [verzekeringsarts 1] van 23 december 2022;
- een brief van het Uwv van 23 januari 2023 met een rapport van de verzekeringsarts bezwaar en beroep van 19 januari 2023;
- een aanvullend beroepschrift van 30 januari 2023 met een rapport van verzekeringsarts [verzekeringsarts 1] van 26 januari 2023;
- een brief van het Uwv van 31 januari 2023 met een rapport van de verzekeringsarts bezwaar en beroep van dezelfde datum.
De geplande zitting van 7 februari 2023 is niet doorgegaan. De rechtbank heeft verzekeringsarts dr. [verzekeringsarts 2] , als deskundige benoemd (de deskundige). De deskundige heeft onderzoek verricht en de bevindingen vermeld in het rapport van 12 februari 2024 (het deskundigenrapport). Vervolgens zijn de volgende stukken ingediend:
- een reactie van eiser van 26 februari 2024;
- een reactie van het Uwv van 27 februari 2024 met een rapport van de verzekeringsarts bezwaar en beroep van 23 februari 2024;
- een reactie van eiser van 27 maart 2024.
Standpunten van partijen
Primair vindt eiser dat de toelichting geheel moet vervallen. Eiser leidt dat af uit het rapport van de door de rechtbank benoemde deskundige.
Subsidiair vindt eiser dat de tweede volzin van de toelichting moet vervallen. Volgens eiser doet de tweede volzin af aan de gestelde beperking, want hij is prikkelgevoelig ongeacht de aard van het werk en de omgeving. Ter onderbouwing wijst hij op de rapporten van de door hem ingeschakelde verzekeringsarts [verzekeringsarts 1] en de door de rechtbank benoemde deskundige.
De verzekeringsarts bezwaar en beroep geeft aan dat een toelichting is vereist bij item 1.8.1 bij het invullen van het CBBS-systeem. Ter onderbouwing verwijst zij naar de Basisinformatie CBBS en dat het invullen van de FML ook systeemtechnisch niet kan worden afgesloten zonder een toelichting te geven.
Over de inhoud van de toelichting geeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep aan dat in de toelichting bij item 1.8.1. niet twee verschillende aspecten zoals prikkels en concentratie zijn beschreven, maar dat concreet wordt beschreven wat onder prikkels in deze casus kan worden gezien. De zin betreffende langdurige concentratie licht volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep de mentaal belastende taken toe. Het gaat in de toelichting niet om ‘concentratie’, want dat moet bij andere items aangegeven worden, maar om ‘langdurige concentratie’ bij mentaal belastende taken en daarvoor is geen item in het CBBS. Volgens de basisinformatie CBBS moet bij het beperken van item 1.8.1 naar diverse aspecten van afleidbaarheid worden gekeken, namelijk verhoogd afleidbaar zijn, zich moeilijk kunnen concentreren, een verhoogde prikkelbaarheid hebben en niet of onvoldoende kunnen afsluiten voor prikkels van buiten. De verzekeringsarts bezwaar en beroep vindt daarom dat de toelichting zoals die in de tweede volzin van de toelichting bij 1item 1.8.1 van de FML van 5 juli 2022 staat vermeld ongewijzigd moet blijven staan.