ECLI:NL:RBMNE:2024:4528
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen door Belastingdienst/Toeslagen niet-ontvankelijk verklaard
In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen de Belastingdienst/Toeslagen, omdat hij van mening is dat er niet tijdig is beslist op zijn aanvraag van 10 oktober 2023 voor aanvullende compensatie voor werkelijke schade. De rechtbank heeft op 12 juli 2024 uitspraak gedaan in deze zaak. De Belastingdienst heeft op 4 juni 2024 een verweerschrift ingediend, waarin zij stelt dat er geen sprake is van niet tijdig beslissen. Eiser had op 10 oktober 2023 een verzoek ingediend, en de beslistermijn eindigde op 10 april 2024. De Belastingdienst heeft de beslistermijn echter verdaagd met 6 maanden, waardoor zij tot 10 oktober 2024 de tijd heeft om een beslissing te nemen. Eiser betwistte de ontvangst van de brief over de verdaging, die niet aangetekend was verzonden. De rechtbank heeft de Belastingdienst verzocht om aan te tonen dat de brief correct was verzonden. De Belastingdienst heeft een uitdraai van de verzendadministratie overgelegd, waaruit blijkt dat de verdagingsbrief op 6 maart 2024 is verzonden. De rechtbank concludeert dat de verzending correct is uitgevoerd en dat de ingebrekestelling van eiser niet geldig was. Hierdoor is het beroep tegen het niet tijdig beslissen niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.