Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
2.Waar de zaak over gaat
3.De beoordeling
€ 135,00
4.De beslissing
- € 4.430,20 aan huurachterstand tot en 31 januari 2024, te vermeerderen met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf de dag van de dagvaarding tot de dag waarop alles is betaald;
- € 70,65 aan verschenen rente tot aan de datum van de dagvaarding;
- € 124,28 aan buitengerechtelijke incassokosten;
- de opeisbaar geworden huur over de maanden februari, maart, april, mei, juni, juli en augustus 2024, waarbij de huurprijs over augustus 2024 naar rato wordt berekend over de periode van 1 augustus 2024 tot de datum van dit vonnis, te verminderen met eventuele betalingen;
- € 684,72 aan gebruikersvergoeding, voor elke maand of gedeelte van een maand, gelegen tussen de ontbinding van de huurovereenkomst en de daadwerkelijke ontruiming, eventueel te vermeerderen met de wettelijk toegestane huurverhoging;