ECLI:NL:RBMNE:2024:4819
Rechtbank Midden-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening tot schorsing van de sluiting van een huurwoning wegens drugshandel
Op 8 augustus 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een zaak betreffende de sluiting van een huurwoning van verzoekers, gelegen aan de [adres] in [woonplaats]. De burgemeester van de gemeente [plaats] had op 9 juli 2024 besloten om de woning voor een periode van drie maanden te sluiten, nadat er op 27 februari 2024 een doorzoeking had plaatsgevonden waarbij een aanzienlijke hoeveelheid verdovende middelen en goederen gerelateerd aan drugshandel was aangetroffen. Verzoekers, die bezwaar maakten tegen dit besluit, vroegen de voorzieningenrechter om het besluit te schorsen in afwachting van de behandeling van hun bezwaar. De voorzieningenrechter heeft het verzoek afgewezen, waarbij zij oordeelde dat de sluiting noodzakelijk, geschikt en evenwichtig was. De voorzieningenrechter overwoog dat het aantreffen van een handelshoeveelheid softdrugs in de woning in beginsel al een belang tot sluiting met zich meebrengt. De burgemeester had voldoende redenen om aan te nemen dat de woning betrokken was bij drugshandel, mede gezien de aangetroffen goederen en de eerdere opslag van een grote hoeveelheid hasj. De voorzieningenrechter concludeerde dat de burgemeester de sluiting van de woning voldoende had gemotiveerd en dat de belangen van de verzoekers, waaronder de medische gesteldheid van hun kinderen, niet opwogen tegen de noodzaak van de sluiting. De voorzieningenrechter wees het verzoek om voorlopige voorziening af, waardoor de sluiting van de woning voor drie maanden werd gehandhaafd.