Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
- C/16/576041 / FO RK 24-667 (provisionele voorziening)
- C/16/575475 / FO RK 24-603 (bodemprocedure)
1.De procedure
- het verzoekschrift van de moeder, binnengekomen op 6 mei 2024;
- de aanvullende stukken van de moeder (productie 1 tot en met 14) van 15 juli 2024;
- het verweerschrift (met bijlagen) van de vader, met daarin een aantal zelfstandige verzoeken (tegenverzoeken);
- het aanvullende stuk van de vader (productie 11) van 19 juli 2024;
- de aanvullende stukken van de moeder (productie 15 tot en met 22) van 22 juli 2024;
- het aanvullende stuk van de vader (productie 12) van 25 juli 2024;
- de pleitaantekeningen van mr. Spaargaren , overgelegd ter zitting.
2.Waar de procedure over gaat
[minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2017 in [geboorteplaats] (België). [minderjarige (voornaam)] woont bij de vader.
- [minderjarige (voornaam)] eens per twee weken van vrijdagmiddag uit school tot zondag 19.00 uur bij de moeder verblijft;
- [minderjarige (voornaam)] in de zomervakantie gedurende één week onafgebroken bij de moeder verblijft en dat de vakanties erna bij helfte worden gedeeld;
- de vader een dwangsom moet betalen van € 1.000,- per keer dat hij zich niet aan de beslissing houdt;
- de proceskosten van de ouders worden gecompenseerd.
- te bepalen dat de omgangsregeling die is vastgesteld bij beschikking van 18 januari 2024 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden voor de duur van minimaal drie jaar dient te worden uitgevoerd;
- de moeder te veroordelen in de proceskosten.
3.De beoordeling
- de omstandigheden daarna zijn gewijzigd;
- er bij de eerdere beslissing is uitgegaan van onjuiste of onvolledige gegevens.
- griffierecht € 320,00
- salaris advocaat (tarief 2, punten: 2)