ECLI:NL:RBMNE:2024:4932
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van WOZ-waarden van woningen op een Nsw-landgoed met historische tuin
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland op 13 augustus 2024, wordt het beroep van eiseres, een B.V. uit [plaats], tegen de WOZ-waarden van tien woningen op een Nsw-landgoed beoordeeld. De heffingsambtenaar had op 30 september 2021 aanslagen opgelegd op basis van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ), waarbij de waarden per waardepeildatum 1 januari 2020 waren vastgesteld. Eiseres maakte bezwaar tegen deze aanslagen, omdat zij de vastgestelde WOZ-waarden te hoog vond. De heffingsambtenaar verklaarde het bezwaar ongegrond en handhaafde de waarden. Tijdens de zitting op 2 juli 2024 werd het geschil besproken, waarbij eiseres stelde dat de waardedrukkende factor vanwege de historische tuin niet voldoende was meegenomen. Eiseres voerde aan dat een extra korting van 32,6% had moeten worden toegepast in plaats van de door de heffingsambtenaar gehanteerde 5%. De rechtbank oordeelde dat de heffingsambtenaar aannemelijk had gemaakt dat de WOZ-waarden niet te hoog waren vastgesteld. De taxateur had de waardering onderbouwd met rapporten en uitleg gegeven over de toegepaste correcties. De rechtbank concludeerde dat de door de heffingsambtenaar vastgestelde waarden correct waren en verklaarde het beroep ongegrond. Eiseres kreeg geen gelijk en er was geen aanleiding voor proceskostenvergoeding of teruggave van griffierecht.