In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 9 juli 2024, wordt het beroep van eiseres tegen het besluit van de burgemeester van Blaricum beoordeeld. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen een boete die haar was opgelegd voor het verkopen van alcohol aan een minderjarige. De burgemeester verklaarde het bezwaar echter niet-ontvankelijk, omdat het te laat was ingediend. De rechtbank behandelt de argumenten van eiseres, die stelt dat de burgemeester niet conform de Verordening voor de behandeling van bezwaarschriften heeft gehandeld en dat zij niet op de hoogte was van de termijnoverschrijding door problemen met de postbezorging. De rechtbank concludeert dat de burgemeester de regels van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) correct heeft toegepast en dat het bezwaar terecht niet-ontvankelijk is verklaard. Eiseres krijgt geen gelijk en het beroep wordt ongegrond verklaard. De rechtbank wijst erop dat eiseres zelf verantwoordelijk is voor de ontvangst van post en dat de burgemeester niet verplicht is om besluiten per e-mail te versturen. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor belanghebbenden om tijdig bezwaar te maken en de gevolgen van termijnoverschrijding.