8.2.Uit het voorgaande volgt dat verweerder het herzieningsverzoek heeft mogen afwijzen met toepassing van artikel 4:6, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht. Deze beroepsgrond slaagt niet.
Moest verweerder nader onderzoek doen naar de feiten?
9. Eiseres heeft diverse gronden aangevoerd die er in de kern op neerkomen dat er voor verweerder in verband met het ingediende herzieningsverzoek aanleiding bestond om nader onderzoek te doen naar de gebeurtenissen die hebben geleid tot het opleggen van de EMG. Ook stelt eiseres dat als de advocaat-generaal bepaalt dat er geen strafbaar feit is, verweerder niet zelfstandig kan oordelen dat dat er wel is. In dat geval had verweerder om eiseres alsnog vervolgd te zien een procedure op grond van artikel 12 van het Wetboek van Strafvordering moeten voeren. Dat heeft verweerder niet gedaan, dus heeft eiseres geen strafbaar feit gepleegd. Verweerder plaatst zich boven wet- en regelgeving en boven de beslissing van het Gerechtshof Arnhem.
10. De rechtbank overweegt dat, anders dan eiseres meent, het niet zo is dat verweerder zich zelfstandig een oordeel moet vormen over de strafbaarheid van een door de politie geconstateerd feit. Verweerder mag afgaan op de processen-verbaal van politie en heeft geen eigen onderzoeksplicht. Verweerder doet ook geen onderzoek naar strafbaarheid van feiten. Verweerder vervolgt ook geen personen. De opgelegde EMG is een bestuursrechtelijke maatregel en geen straf. Indien eiseres meent dat de politie ten onrechte proces-verbaal tegen haar heeft opgemaakt en de officier van justitie haar ten onrechte heeft vervolgd, zal zij zich tot de politie en/of de officier van justitie moeten wenden. Deze beroepsgronden slagen niet.
Had eiseres gehoord moeten worden?
11. Van de in artikel 7:2 van de Awb neergelegde algemene hoorplicht kan op grond van artikel 7:3, aanhef en onder b, van de Awb worden afgezien als het bezwaar kennelijk ongegrond is. Zoals de rechtbank hiervoor bij overweging 8.2. heeft geoordeeld voldoet het verzoek om herziening niet aan de voorwaarden van artikel 4:6 van de Awb. Verweerder heeft het bezwaar daarom kennelijk ongegrond kunnen verklaren en heeft eiseres daarom niet hoeven horen. Deze beroepsgrond slaagt niet.
Beschikte eiseres over een volledig dossier?
12. Eiseres betoogt dat verweerder geen dossier heeft overlegd, waardoor de gronden niet nader aangevuld konden worden. Ter zitting heeft zij toegelicht dat zij meent dat verweerder onderling ambtelijk overleg heeft gevoerd en dat de stukken daarvan overgelegd moeten worden. Eiseres wenst over deze stukken te beschikken om te bezien wat verweerder nodig heeft om tot een andere beslissing te komen en te weten te komen wat het proces is bij verweerder.
13. De rechtbank overweegt dat de gemachtigde van eiseres haar al bijstaat sinds de eerste bezwaarprocedure ten tijde van het opleggen van de EMG. De gemachtigde van eiseres beschikt dus over alle relevante stukken. Het ligt verder op de weg van eiseres zelf om er zorg voor te dragen dat haar verzoek compleet is. Er is geen enkele wettelijke grondslag voor verweerder om stukken van interne beraadslaging aan eiseres te overleggen. Deze beroepsgrond slaagt niet.
14. Dat in het verslag van de hoorzitting van 9 augustus 2019 ten onrechte staat dat de hoorzitting telefonisch heeft plaatsgevonden, leidt niet tot het oordeel dat het bestreden besluit onrechtmatig is.
15. Dat het herzieningsverzoek anders dan verweerder stelt niet op 1 juni 2023 maar op 16 maart 2023 is ingediend, is juist. De rechtbank vindt het noemen van deze datum echter niet dusdanig onzorgvuldig dat hierdoor het bestreden besluit niet in stand kan blijven. De rechtbank merkt op dat het moment van indiening voor verweerder geen reden vormde om het herzieningsverzoek af te wijzen, dus het moment voor indiening is niet relevant geweest voor de afwijzing.