ECLI:NL:RBMNE:2024:5027
Rechtbank Midden-Nederland
- Voorlopige voorziening
- P.J. Blok
- L.M. Janssens-Kleijn
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening voor urgentieverklaring woning
In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 27 juni 2024, wordt het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Verzoekster, die samen met haar meerderjarige dochter bij haar ouders woont, heeft een aanvraag gedaan voor een urgentieverklaring voor een sociale huurwoning. Deze aanvraag werd door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Blaricum afgewezen. Verzoekster heeft bezwaar gemaakt tegen deze afwijzing, maar het college heeft het bezwaar ongegrond verklaard. Hierop heeft verzoekster een verzoek om voorlopige voorziening ingediend, waarin zij ook een beroep lijkt in te stellen tegen het bestreden besluit van het college.
De voorzieningenrechter heeft de situatie van verzoekster beoordeeld en geconcludeerd dat er geen sprake is van een spoedeisend belang. Hoewel de woonsituatie van verzoekster niet ideaal is, heeft zij nog steeds een dak boven haar hoofd. De woningmarkt in de regio Gooi- en Vechtstreek is krap, en er zijn veel mensen die al lange tijd wachten op een sociale huurwoning. De voorzieningenrechter benadrukt dat er echt iets heel spoedeisends moet zijn voordat ingegrepen kan worden in de wachtlijst en het systeem van urgentieverklaringen. Aangezien dit niet het geval is, wordt het verzoek om een voorlopige voorziening als kennelijk ongegrond afgewezen. De voorzieningenrechter oordeelt dat er geen evidente fouten zijn in het besluit van het college en dat een zitting niet nodig is. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.