ECLI:NL:RBMNE:2024:5457
Rechtbank Midden-Nederland
- Tussenuitspraak
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak voorlopige voorziening omgevingsvergunning met motiveringsgebreken
In deze tussenuitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht, wordt een verzoek om een voorlopige voorziening behandeld. Eiser, wonende in de nabijheid van een woning waarvoor een omgevingsvergunning is aangevraagd, heeft bezwaar gemaakt tegen de verlening van deze vergunning aan de vergunninghouder. De voorzieningenrechter concludeert dat er verschillende motiveringsgebreken zijn in het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Almere. De voorzieningenrechter stelt vast dat het college onvoldoende heeft gemotiveerd dat de verlening van de omgevingsvergunning niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening. Er is onvoldoende onderzoek gedaan naar de relevante feiten en belangen, zoals het verlies van zonuren en de impact op de woonomgeving. De voorzieningenrechter doet een tussenuitspraak en biedt het college de gelegenheid om de gebreken te herstellen. Tot die tijd wordt de omgevingsvergunning geschorst, wat betekent dat de vergunninghouder niet mag bouwen totdat er een einduitspraak is gedaan. De voorzieningenrechter geeft het college zes weken om een aanvullende motivering te overleggen, waarna eiser en de vergunninghouder vier weken de tijd krijgen om hierop te reageren. De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldige belangenafweging en motivering door het college in dergelijke procedures.