ECLI:NL:RBMNE:2024:5526
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de bevoegdheid van de bestuursrechter inzake een ordemaatregel in het civiele recht
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 29 juli 2024, wordt de bevoegdheid van de bestuursrechter beoordeeld in een zaak tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht. De eiser had beroep aangetekend tegen een maatregel die hem was opgelegd door het college op 4 augustus 2023. Deze maatregel hield in dat de eiser voor de duur van een half jaar alleen via een specifiek e-mailadres mocht communiceren en dat hij niet meer dan drie Woo-verzoeken per maand mocht indienen. De rechtbank oordeelt dat deze maatregel geen bestuursrechtelijk besluit is in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank stelt vast dat de maatregel niet is gebaseerd op een publiekrechtelijke bevoegdheid en derhalve niet kan worden aangemerkt als een publiekrechtelijke rechtshandeling. Hierdoor is de bestuursrechter niet bevoegd om kennis te nemen van het ingediende beroep.
De rechtbank verklaart zich onbevoegd om van het beroep kennis te nemen, wat betekent dat er geen mogelijkheid is voor de eiser om bestuursrechtelijke rechtsmiddelen aan te wenden tegen de opgelegde maatregel. De uitspraak is gedaan door rechter P.J.M. Mol, in aanwezigheid van griffier M.E.C. Bakker, en is openbaar uitgesproken. Partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.