ECLI:NL:RBMNE:2024:5565
Rechtbank Midden-Nederland
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen WOZ-waarde van woning ongegrond verklaard
Op 2 juli 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht, een mondelinge uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser en de heffingsambtenaar van de gemeente. Eiser had beroep ingesteld tegen de vastgestelde WOZ-waarde van zijn woning voor het kalenderjaar 2023, die door de heffingsambtenaar was vastgesteld op € 660.000,-. Eiser had zijn woning gekocht op 30 april 2021 voor € 650.000,- en stelde dat deze aankoopprijs de beste indicatie was voor de marktwaarde op de waardepeildatum van 1 januari 2022. De rechtbank oordeelde dat de aankoopprijs inderdaad de marktwaarde weerspiegelde, ondanks de opmerking van eiser over de overspannen woningmarkt. De rechtbank vond de referentie naar de verkoopprijs van een buurwoning niet relevant, omdat deze niet op de openbare markt was aangeboden. De rechtbank concludeerde dat de WOZ-waarde niet te hoog was vastgesteld en verklaarde het beroep ongegrond. Eiser werd gewezen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan.