ECLI:NL:RBMNE:2024:5727

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
7 oktober 2024
Publicatiedatum
7 oktober 2024
Zaaknummer
16-220504-24
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor seksuele intimidatie van vrouwelijke politieagenten in Amersfoort

Op 7 oktober 2024 heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van seksuele intimidatie en vernieling. De zaak kwam voort uit een incident op 7 juli 2024 in Amersfoort, waar de verdachte, onder invloed van alcohol, indringende seksuele opmerkingen maakte naar twee vrouwelijke politieagenten die hulp verleenden aan een dronken man. De verdachte werd beschuldigd van het opzettelijk en wederrechtelijk vernielen van een politiecel en het indringend seksueel benaderen van de agenten door hen te zeggen: 'ik ga je beffen'. Tijdens de terechtzitting op 7 oktober 2024 heeft de officier van justitie de vordering ingediend en de kantonrechter heeft de verklaringen van de slachtoffers en de verdachte in overweging genomen. De kantonrechter oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de seksuele intimidatie, wat sinds de inwerkingtreding van de nieuwe Wet seksuele misdrijven op 1 juli 2024 strafbaar is gesteld. De rechter legde een geldboete op van € 350,-, met een voorwaardelijke straf van € 200,- en een proeftijd van twee jaar. De uitspraak benadrukt de ernst van seksuele intimidatie en de noodzaak om de openbare orde te handhaven.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16-220504-24
Vonnis van de kantonrechter
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren op [1977] te [geboorteplaats] ,
wonende aan [adres] , [woonplaats] .

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 7 oktober 2024.
De kantonrechter heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. R. den Uijl - de Wildt en van hetgeen verdachte naar voren heeft gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De verdachte wordt beschuldigd van vernieling van een politiecel door daarin te plassen en seksuele intimidatie op straat van twee vrouwen. De volledige tenlastelegging is dat verdachte:
1)
op of omstreeks 7 juli 2024 te Amersfoort opzettelijk en wederrechtelijk een ophoudcel, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan de politie Midden-Nederland, in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
2)
op of omstreeks 7 juli 2024 te Amersfoort in het openbaar een ander, te weten [slachtoffer 1] indringend seksueel heeft benaderd, door middel van een of meer opmerkingen, gebaren, geluiden en/of aanrakingen op een wijze die vreesaanjagend, vernederend, kwetsend en/of onterend was te achten, door haar van dichtbij aan te kijken en tegen die [slachtoffer 1] de opmerking te maken ‘ik ga je beffen’ en/of woorden van gelijke strekking;
3)
op of omstreeks 7 juli 2024 te Amersfoort in het openbaar een ander, te weten [slachtoffer 2] indringend seksueel heeft benaderd, door middel van een of meer opmerkingen, gebaren, geluiden en/of aanrakingen op een wijze die vreesaanjagend, vernederend, kwetsend en/of onterend was te achten, door haar van dichtbij aan te kijken en tegen die [slachtoffer 2] de opmerking te maken ‘ik ga jou beffen’ en/of woorden van gelijke strekking;

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig
De kantonrechter is niet bevoegd tot kennisneming van feit 1 van het ten laste gelegde, nu dit een misdrijf betreft waarvoor de politierechter bevoegd is.
De kantonrechter is wel bevoegd tot kennisneming van feit 2 en 3.
de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het onder 2 en 3 ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het oordeel van de kantonrechter
Bewijsmiddelen [1]
1. Proces-verbaal aangifte slachtoffer [slachtoffer 1] d.d. 07 juli 2024 [2]
Ik doe aangifte van seksuele intimidatie. Niemand had het recht of de toestemming mij in het openbaar seksueel te benaderen door middel van de opmerking "ik ga je beffen". Deze intimidatie voelde kwetsend, beledigend en was vernederend, gezien het in het openbaar gebeurde, terwijl er meerdere mensen omheen stonden die de uitlatingen van de verdachte konden horen. Ook was ik op dat moment gewoon met mijn werk bezig en wens ik niet zo aangesproken te worden. Niet persoonlijk en niet in de uitoefening van mijn functie.
Op zondag 7 juli 2024 vond omstreeks 03.00 uur de seksuele intimidatie plaats in het openbaar en voor de verdere weergave van wat er gebeurd is, verwijs ik naar het afzonderlijk opgemaakte proces-verbaal van bevindingen binnen dit proces.
2) Proces-verbaal aangifte slachtoffer [slachtoffer 2] d.d. 07 juli 2024 [3]
Ik doe aangifte van seksuele intimidatie. Niemand had het recht of de toestemming mij in het openbaar seksueel te benaderen door middel van de opmerking "ik ga je beffen". Deze intimidatie voelde kwetsend, beledigend en was vernederend, gezien het in het openbaar gebeurde, terwijl er meerdere mensen omheen stonden die de uitlatingen van de verdachte konden horen. Toen de seksuele intimidatie gebeurde, was ik bezig met de uitoefening van mijn werk, ik was op dat moment bezig met een persoon die hulp nodig had. Ik wens privé, maar ook tijdens de uitoefening van mijn functie niet zo aangesproken te worden.
3) Proces-verbaal van bevindingen verbalisanten [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] d.d. 07 juli 2024 [4]
Op zondag 7 juli 2024 waren wij, verbalisanten [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] , belast met het toezicht in de horeca van de binnenstad van Amersfoort. Wij waren in uniform gekleed en reden op een opvallende dienstfiets.
Omstreeks 02.55 uur ontvingen wij van collega's in de binnenstad van Amersfoort de melding dat er volgens omstanders een dronken man lag op de Langegracht te Amersfoort. Teneinde te kijken of het goed ging met deze man, fietsten wij daarnaartoe. Onderweg naar de locatie Langegracht kwamen wij een groepje mannen tegen, ongeveer acht personen. Ik, hoorde toen op het moment dat we het groepje mannen passeerden, dat iemand zei: "Mag ik je beffen?" Ik kon toen niet zien wie dat zei van de mannen. Ik merkte wel op dat het naar mij en [slachtoffer 1] bedoeld was, want er fietsten of liepen op dat moment geen andere vrouwen in onze buurt.
Wij, verbalisanten [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] , kwamen ter plaatse op de Langegracht. Op het moment dat wij bij de dronken man stonden, zagen we hetzelfde groepje mannen aan komen lopen welke wij eerder waren gepasseerd door de steeg Marktgang. Wij zagen dat de groep de Langegracht op kwam lopen.
Wij zagen dat één van de mannen van het groepje, op het moment dat wij de dronken man trachtten te helpen, naar ons toe kwam lopen, ons aankeek en zei: "Ik ga jou beffen". Ik, [slachtoffer 1] , zag dat hij eerst verbalisant [slachtoffer 2] aankeek en toen ik tegen hem zei dat hij normaal moest doen, zag ik dat hij mij aankeek en nogmaals zei: "Ik ga je beffen".
De man kwam op ons over alsof hij onder invloed was van alcohol, maar ondanks dat hij onder invloed was, zocht hij ons wel op, liep hij enigszins door onze afzetting van fietsen heen en kwam hij naar ons toe. Op het moment dat de man dit zei tegen ons, stonden er meerdere mannen en ook een vrouw om ons heen. De omstanders zagen wij zodanig dichtbij ons staan, dat zij allen deze beledigende en intimiderende teksten van de man richting ons hebben kunnen horen.
Wij hielden de man op heterdaad aan voor seksuele intimidatie en meldden hem dat hij niet tot antwoorden verplicht was en recht had op een advocaat. Aan het bureau kwamen wij erachter wie de man was en dit bleek te gaan om: [verdachte] , geboren op [1977] .
4) De verklaring van verdachte ter terechtzitting: waarin hij heeft verklaard meerdere keren tegen de verbalisanten de woorden “mag ik je beffen” te hebben gezegd.
Bewijsoverwegingen
De bewezenverklaring steunt op de inhoud van de bewijsmiddelen.
Toetsingskader
Op 1 juli 2024 is de nieuwe Wet seksuele misdrijven in werking getreden. In deze wet is -onder meer - seksuele intimidatie in het openbaar als overtreding strafbaar gesteld. Volgens de wetgever is de kern van het strafrechtelijk verwijt dat: ‘iemand een ander in het openbaar op intimiderende wijze als seksueel object benadert met het gevolg dat mensen zich onveilig voelen of worden gehinderd om zichzelf te zijn als zij zich in het openbaar begeven.’
In artikel 429ter van het Wetboek van Strafrecht is het verwijt dat de verdachte wordt gemaakt strafbaar gesteld. De delictsomschrijving - dat is de manier waarop het strafbare feit in de wet is opgeschreven - bevat de bestanddelen die voor strafbaarheid van belang zijn:
  • een ander indringend
  • seksueel benaderen door middel van opmerkingen, gebaren, geluiden of aanrakingen
  • op een wijze die vreesaanjagend, vernederend, kwetsend of onterend is te achten
  • in het openbaar.
De verdachte heeft in de binnenstad van Amersfoort, middenin de nacht, tegen twee vrouwelijke politieagenten die bezig waren hulp te verlenen aan een dronken man, de woorden “ik ga je beffen” gezegd, eerst tegen [slachtoffer 2] en daarna tegen [slachtoffer 1] .
Dat het hierbij gaat om een seksuele benadering door middel van een opmerking volgt uit de gebezigde woorden.
Verdachte deed deze opmerkingen in het openbaar, het was op straat, er waren meerdere omstanders.
Dat het gaat om indringende opmerking, volgt ook uit de woorden en de context. Dit was geen plaats om te flirten of toenadering te zoeken, laat staan op seksuele wijze. De gedraging van verdachte kwam neer op een sterk overheersende wijze van contact zoeken die zonder meer als opdringerig kan worden gezien.
Naar algemene maatstaven kunnen deze woorden in ieder geval als vernederend, kwetsend of onterend worden opgevat, in de context waarin deze opmerking is geplaatst: namelijk tegen twee vrouwen die in de uitvoering van hun politiewerk bezig waren met hulpverlening van een ander persoon. De slachtoffers bevestigen dit ook nog eens in hun aangifte: zij wensen niet zo aangesproken te worden, niet binnen en niet buiten hun functie.

5.BEWEZENVERKLARING

De kantonrechter acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
2)
op 7 juli 2024 te Amersfoort in het openbaar een ander, te weten [slachtoffer 1] indringend seksueel heeft benaderd, door middel van meer opmerkingen, op een wijze die vernederend, kwetsend en onterend was te achten, door haar van dichtbij aan te kijken en tegen die [slachtoffer 1] de opmerking te maken ‘ik ga je beffen’;
3)
op 7 juli 2024 te Amersfoort in het openbaar een ander, te weten [slachtoffer 2] indringend seksueel heeft benaderd, door middel van meer opmerkingen, op een wijze die vernederend, kwetsend en onterend was te achten, door haar van dichtbij aan te kijken en tegen die [slachtoffer 2] de opmerking te maken ‘ik ga jou beffen’;
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
In het openbaar een ander indringend benaderen door middel van opmerkingen op een wijze die vernederend/kwetsend/onterend is te achten.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen tot:
- een geldboete van € 350,-, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 7 dagen hechtenis, waarvan een gedeelte van €200,- voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren;
8.2
Het oordeel van de kantonrechter
Bij het bepalen van de straf heeft de kantonrechter rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte is één van de eerste mensen die door de politie op grond van artikel 429ter van het Wetboek van Strafrecht is aangehouden. Hij heeft midden in de nacht op straat in het centrum van de stad tegen twee vrouwelijke politieagenten “Ik ga je beffen gezegd” en toen er wat van werd gezegd, nog een keer. Ook daarvoor heeft iemand uit het groepje van mannen waarin verdachte stond deze woorden tegen de politieagenten gezegd.
Het mag duidelijk zijn, in ieder geval voor verdachte maar dat zou voor iedereen moeten gelden, dat er een strafrechtelijk verbod op dit soort gedragingen is gekomen. Het is een overtreding van de openbare orde om andere mensen - politievrouwen in dit geval - in deze omstandigheden zo aan spreken. Dit soort opmerkingen is altijd al ontoelaatbaar geweest, maar door de wetswijziging die 1 juli 2024 is ingegaan kan iemand hiervoor nu ook een boete krijgen of in hechtenis worden gesteld.
Verdachte heeft in zijn verhoor aangegeven dat het voor hem normaal is dit soort dingen te zeggen in de salsawereld en dat hij heel vaak woorden zegt als ”hee schatje kom je neuken”.
Verdachte moet zich het volgende goed realiseren. Ten eerste: verdachte en slachtoffers waren niet op een salsa-avond. Verdachte ziet hopelijk in dat op zo’n moment niemand zit te wachten op dit soort uitlatingen en deze dus gewoon strafbaar zijn. Ten tweede: verdachte mag zich opnieuw afvragen of vrouwen in een andere omgeving, zoals op een salsa-avond, hier wel op zitten te wachten, of dat zij het ook het kwetsend en vernederend kunnen vinden als hij hen met dergelijke woorden aanspreekt.
De kantonrechter heeft ook gekeken naar het strafblad van verdachte. Verdachte is in 2021 voor het laatst veroordeeld.
Dit is de tweede dag dat een Nederlandse rechter uitspraak doet in een zaak over seksuele intimidatie. Verdachte heeft aangegeven spijt te hebben en zijn leven te zullen beteren. De kantonrechter vindt de eis van de officier van justitie daarom redelijk.

9.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 23, 24c, 429ter van het Wetboek van Strafrecht van het Wetboek van Strafrecht.

10.BESLISSING

De kantonrechter:
Verklaart zich onbevoegd voor het onder 1 tenlastegelegde feit.
Verklaart de onder 2 en 3 tenlastegelegde feiten bewezen zoals onder rubriek 5 vermeld
Verklaart de onder 2 en 3 bewezenverklaarde feiten strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 vermeld
Verklaart de verdachte strafbaar
Veroordeelt de verdachte tot een geldboete van € 350,- (driehonderdvijftig euro) bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 7 dagen hechtenis.
Bepaald dat van de geldboeten een gedeelte, groot €200,- (tweehonderd euro) niet ten uitvoer zal worden gelegd tenzij de rechter later anders zal gelasten.
Verbindt hieraan een proeftijd die wordt gesteld op 2 jaren.
Tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarden niet naleeft.
Stelt als algemene voorwaarde dat de veroordeelde zal zich voor het einde van de proeftijd niet aan strafbaar feit schuldig maken.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M. Loots, kantonrechter, in tegenwoordigheid van
B. Schelling, griffier en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 7 oktober 2024.

Voetnoten

1.De hierna te noemen processen-verbaal zijn in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren
2.PL0900-2024214422-7
3.PL0900-2024214547-2
4.PL0900-2024215522-3