ECLI:NL:RBMNE:2024:5739

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
7 oktober 2024
Publicatiedatum
7 oktober 2024
Zaaknummer
UTR 24/4077
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Proces-verbaal
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging van arbeidsongeschiktheidsuitkering door het Uwv na bezwaar van de oud-werkgever

Op 7 oktober 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland een mondelinge uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Eiseres was niet aanwezig op de zitting, noch haar gemachtigde, terwijl de gemachtigde van het Uwv wel aanwezig was. De rechtbank heeft overwogen of de zitting moest worden uitgesteld, maar besloot om door te gaan, ondanks het feit dat eiseres niet op de hoogte was van de zitting. De rechtbank benadrukte dat de schuld hiervoor bij de rechtsbijstandsverzekeraar lag en dat een uitstel niet in het belang van de rechtsgang zou zijn.

De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond. Eiseres had eerder al bezwaar gemaakt tegen de beslissing van het Uwv om haar uitkering te beëindigen, waarbij zij stelde dat haar medische klachten waren onderschat. De rechtbank oordeelde echter dat de verzekeringsarts van het Uwv de eerdere zienswijze had bekeken en voldoende had gemotiveerd waarom deze niet werd gevolgd. Eiseres had niet voldoende onderbouwd waarom het besluit van het Uwv onjuist was, en enkel verwijzen naar de eerdere zienswijze was niet voldoende.

De uitspraak houdt in dat eiseres geen recht meer heeft op de arbeidsongeschiktheidsuitkering en dat het Uwv geen kosten voor deze procedure hoeft te vergoeden. Eiseres heeft de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan tegen deze uitspraak, maar moet daarvoor binnen zes weken een hogerberoepschrift indienen bij de Centrale Raad van Beroep. De rechtbank heeft het proces-verbaal van de uitspraak naar de rechtsbijstandsverzekeraar en eiseres gestuurd, zodat zij op de hoogte zijn van de beslissing en de mogelijkheden voor hoger beroep.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 24/4077
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 7 oktober 2024 in de zaak tussen

[eiseres] uit [woonplaats] , eiseres

en

de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen

(het Uwv), verweerder
(gemachtigde: R. van den Brink).

Zitting

In deze zaak heeft de rechtbank een mondelinge uitspraak gedaan, direct nadat de zaak is behandeld op de zitting van 7 oktober 2024. Dit proces-verbaal is de schriftelijke uitwerking van de mondelinge uitspraak.
Bij de zitting waren eiseres en haar gemachtigde niet aanwezig. De gemachtigde van het Uwv was wel aanwezig. De rechter heeft gezegd dat je in hoger beroep kunt gaan tegen deze uitspraak.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

Motivering van de beslissing

Deze zaak gaat over de beslissing van het Uwv om de arbeidsongeschiktheidsuitkering van eiseres te stoppen. Dat is gebeurd nadat haar oud-werkgever bezwaar had gemaakt tegen die uitkering en had gevraagd om een medische beoordeling.
Eiseres en haar gemachtigde waren niet aanwezig op het tijdstip waarop de zitting zou beginnen. De griffier heeft toen gebeld met de gemachtigde. De gemachtigde liet weten dat hij eiseres niet meer helpt in deze procedure en dat het kantoor van de rechtsbijstandsverzekeraar was vergeten om dat aan de rechtbank te laten weten. De gemachtigde zei aan de telefoon dat hij de uitnodiging voor de zitting wel had gekregen.
3. De rechtbank heeft erover nagedacht of de zitting moest worden uitgesteld, maar heeft besloten om de zaak door te laten gaan. Dat is nadelig voor eiseres, want het lijkt erop dat zij niet van de zitting afwist. Maar dat is niet de schuld van de rechtbank, maar van de rechtsbijstandsverzekeraar. Een plekje op een zitting is schaars. Als de rechtbank de zitting zou uitstellen, is dat niet goed voor de planning van de zaken en er liggen al veel zaken te wachten om behandeld te worden. De rechtbank zal dit proces-verbaal naar het kantoor van de rechtsbijstandsverzekeraar sturen en ook naar eiseres zelf. Als eiseres het niet eens is met de uitkomst, dan kan zij in hoger beroep gaan. Als zij het niet eens is met de kosten die zij daarvoor moet betalen, dan moet zij naar de rechtsbijstandsverzekeraar gaan en wijzen op de fout die daar is gemaakt. Dat kan zij doen door deze uitspraak te laten lezen.
4. De voormalige gemachtigde van eiseres had in het beroepschrift al wel opgeschreven wat er niet goed was aan het besluit van het Uwv. Hij schreef dat de medische klachten van eiseres zijn onderschat en dat de verzekeringsarts niet goed heeft gezien wat eiseres wel en niet kan. Daarbij is verwezen naar de zienswijze die eerder was opgestuurd en die “als herhaald en ingelast” zou moeten worden beschouwd.
5. De rechtbank vindt dit geen reden om te zeggen dat het besluit van het Uwv niet juist is. De verzekeringsarts van het Uwv heeft de eerdere zienswijze namelijk bekeken en heeft in haar rapport uitgelegd waarom die niet gevolgd wordt. Op dat rapport is het besluit van het Uwv gebaseerd. Als eiseres de uitkomst niet goed vindt, dan had zij moeten uitleggen wat er niet goed is aan het rapport van de verzekeringsarts. Alleen maar verwijzen naar de eerdere zienswijze is niet genoeg.
6. Het beroep is ongegrond. Dit betekent dat eiseres geen uitkering meer krijgt. Het Uwv hoeft geen kosten voor deze procedure bij de rechtbank te vergoeden.
Deze uitspraak is gedaan door mr. K. de Meulder, rechter, in aanwezigheid van mr. R. van Manen, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 7 oktober 2024.
griffier
rechter
Een afschrift van dit proces-verbaal is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom hij of zij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop dit proces-verbaal is verzonden. Als de zaak spoed heeft, dan kan bij de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep worden gevraagd om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.