Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND / DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 4 oktober 2024 in de zaak tussen
[eiseres], [woonplaats] ([land]), eiseres,
Belastingdienst/Toeslagen, verweerder,
.
Rechtbank Midden-Nederland
Op 4 oktober 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres en de Belastingdienst/Toeslagen. Eiseres had beroep aangetekend tegen een besluit van de verweerder, dat op 18 april 2023 was genomen. De rechtbank heeft echter besloten om de zaak niet inhoudelijk te behandelen, omdat eiseres het griffierecht van € 50,- niet had betaald. Dit griffierecht is verplicht volgens artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank heeft eiseres op 2 augustus 2023 een aangetekende brief gestuurd met de mededeling dat het griffierecht binnen vier weken betaald moest worden. Aangezien de rechtbank geen betaling heeft ontvangen en eiseres geen geldige reden heeft opgegeven voor het uitblijven van de betaling, kon de rechtbank het beroep niet inhoudelijk behandelen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is op basis van artikel 8:54 Awb. Eiseres krijgt geen gelijk en er wordt geen vergoeding van proceskosten toegekend. De uitspraak is openbaar uitgesproken en de griffier was verhinderd om de uitspraak te ondertekenen. Eiseres heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van de uitspraak een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens is met de beslissing.