In deze civiele zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 9 oktober 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen een aannemer, aangeduid als [eiseres] B.V., en twee gedaagden, [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2]. De eiseres vorderde betaling van een factuur van € 19.396,23 voor de levering en montage van kunststof kozijnen, maar de gedaagden weigerden te betalen, omdat zij van mening waren dat de geleverde producten gebrekkig waren. De gedaagden stelden dat de kozijnen niet goed waren ingemeten en dat het glas te veel getint was, waardoor het niet voldeed aan de verwachtingen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagden een geslaagd beroep op verrekening hebben gedaan, omdat zij schade hebben geleden door de gebrekkige uitvoering van de overeenkomst door de eiseres. De kantonrechter oordeelde dat de eiseres in verzuim was geraakt en dat de gedaagden hun vordering van € 23.757,85 konden verrekenen met de vordering van de eiseres. Hierdoor hoefden de gedaagden niets meer te betalen aan de eiseres. Tevens werd de eiseres veroordeeld in de proceskosten van € 1.221,00. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.