ECLI:NL:RBMNE:2024:6292
Rechtbank Midden-Nederland
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen en last onder dwangsom in bestuursrechtelijke procedure
Op 29 oktober 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in twee bestuursrechtelijke zaken, geregistreerd onder de zaaknummers UTR 23/3745 en UTR 23/4216. De zaken betroffen eisers die in beroep gingen tegen besluiten van de burgemeester van de gemeente Utrecht. Eiseres had een exploitatievergunning voor een grillroom, waaraan voorschriften waren verbonden. De burgemeester had op 4 oktober 2022 een last onder dwangsom opgelegd aan eiseres omdat zij niet tijdig de jaarstukken had ingediend. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen deze last, en omdat de burgemeester niet tijdig op het bezwaar had beslist, heeft eiser beroep ingesteld. Eiseres had ook een herzieningsverzoek ingediend dat door de burgemeester was afgewezen, wat eveneens leidde tot een beroepsprocedure.
De rechtbank heeft de beroepen op zitting behandeld, waarbij de gemachtigden van eisers en de burgemeester aanwezig waren. De rechtbank oordeelde dat het beroep tegen het niet tijdig beslissen niet-ontvankelijk was, omdat de burgemeester inmiddels op het bezwaar had beslist. De rechtbank heeft de burgemeester veroordeeld tot betaling van proceskosten aan eiseres, maar oordeelde dat de beroepen van eisers niet-ontvankelijk waren, omdat zij geen procesbelang meer hadden. De rechtbank heeft partijen gewezen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan tegen de mondelinge uitspraak.
De uitspraak benadrukt het belang van procesbelang in bestuursrechtelijke procedures en de voorwaarden waaronder een beroep tegen een besluit ontvankelijk kan zijn. De rechtbank heeft ook de kosten van rechtsbijstand vastgesteld en de criteria voor het toekennen van proceskosten besproken.