ECLI:NL:RBMNE:2024:630
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van WOZ-waarde en verzoek om schadevergoeding in belastingzaken
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 5 februari 2024, wordt het beroep van eiser tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente behandeld. Eiser, vertegenwoordigd door mr. D.A.N. Bartels MRE, heeft bezwaar gemaakt tegen de WOZ-waardes van twee onroerende zaken, vastgesteld op respectievelijk € 620.000 en € 1.595.000, voor het belastingjaar 2022. De rechtbank oordeelt dat de heffingsambtenaar de bewijslast heeft voldaan met de ingediende taxatierapporten en dat de gronden die eiser op de zitting aanvoert, niet in behandeling kunnen worden genomen vanwege strijd met de goede procesorde. De rechtbank wijst het verzoek om schadevergoeding af, omdat de procedure niet onredelijk lang heeft geduurd. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en handhaaft de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar.