ECLI:NL:RBMNE:2024:6301
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid bestuursrechter bij niet-onderzoek aangifte verduistering
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, wordt het beroep van eiser beoordeeld dat is ingesteld tegen het Openbaar Ministerie (OM) vanwege het niet tijdig beslissen op zijn verzoek om onderzoek naar een aangifte van verduistering door de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). Eiser deed op 21 juni 2023 aangifte, maar op 23 juni 2023 werd hem medegedeeld dat de politie de aangifte niet verder zou onderzoeken. Eiser heeft vervolgens meerdere keren contact opgenomen met het OM, maar zonder resultaat. Uiteindelijk heeft hij op 10 november 2023 het OM in gebreke gesteld en beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen.
De rechtbank behandelt de zaak op 20 juni 2024 en stelt vast dat het beroep zich richt tegen het niet tijdig beslissen op het verzoek van eiser. De rechtbank moet echter eerst ambtshalve de vraag beantwoorden of zij bevoegd is om kennis te nemen van het beroep. Volgens artikel 1:6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zijn de hoofdstukken van de Awb niet van toepassing op de opsporing en vervolging van strafbare feiten. Dit betekent dat er geen beroep kan worden ingesteld tegen beslissingen van het OM over het al dan niet verder onderzoeken van een aangifte.
De rechtbank concludeert dat zij onbevoegd is om van het beroep kennis te nemen. Eiser wordt geadviseerd om een klacht in te dienen bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden als hij het niet eens is met de beslissing van het OM. De rechtbank verklaart zich onbevoegd en het door eiser betaalde griffierecht zal worden teruggestort. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door rechter J.H. Lange en is openbaar uitgesproken op 3 september 2024.