ECLI:NL:RBMNE:2024:6485
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet-betaling griffierecht in bestuursrechtelijke zaak
Op 8 november 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres en de Dienst/Toeslagen. Eiseres had beroep aangetekend tegen het niet tijdig nemen van een besluit op haar verzoek om herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft echter besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat eiseres het griffierecht niet had betaald. Volgens artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het verplicht om griffierecht te betalen bij het indienen van een beroep. In dit geval bedroeg het griffierecht € 51,-. De griffier had eiseres een termijn gesteld waarbinnen het griffierecht betaald moest worden, maar dit bedrag was niet tijdig ontvangen door de rechtbank.
De rechtbank heeft op 8 oktober 2024 een aangetekende brief naar eiseres gestuurd, waarin zij werd geïnformeerd over de betalingsverplichting. Deze brief was op 10 oktober 2024 bezorgd, maar eiseres heeft geen reden gegeven voor het niet betalen van het griffierecht. Gezien het feit dat het griffierecht niet op tijd was betaald, heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, zoals vermeld in artikel 8:54 Awb. De rechtbank heeft geen inhoudelijke behandeling van het beroep kunnen uitvoeren en heeft besloten om geen proceskostenvergoeding toe te kennen.
De uitspraak is gedaan door mr. M. Eversteijn, rechter, en is openbaar uitgesproken. Eiseres heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na de uitspraak een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens is met deze beslissing.