ECLI:NL:RBMNE:2024:6504

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
30 augustus 2024
Publicatiedatum
29 november 2024
Zaaknummer
UTR 24/2445
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kennelijk niet-ontvankelijk beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht

In deze zaak heeft eiser op 24 februari 2024 beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Zeist, welke uitspraak dateert van 8 februari 2024. De rechtbank Midden-Nederland heeft op 30 augustus 2024 uitspraak gedaan in deze zaak. De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat eiser het griffierecht niet op tijd heeft betaald. Dit is een vereiste voor de behandeling van een beroep volgens artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). In dit geval bedraagt het griffierecht € 51,-.

De rechtbank heeft eiser op 3 mei 2024 een aangetekende brief gestuurd met het verzoek om het griffierecht binnen vier weken te betalen. Aangezien het griffierecht niet op tijd is ontvangen en eiser geen geldige reden heeft opgegeven voor deze vertraging, heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. Dit betekent dat de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. De rechtbank heeft ook bepaald dat er geen proceskostenvergoeding zal plaatsvinden.

De uitspraak is gedaan door rechter mr. R.C. Stijnen en is openbaar uitgesproken op 30 augustus 2024. Eiser heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van de uitspraak een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met de beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
Zaaknummer: UTR 24/2445

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 30 augustus 2024 in de zaak tussen

[eiser] , te [woonplaats] , eiser,

en

de heffingsambtenaar van de gemeente Zeist, verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep dat eiser op 24 februari 2024 heeft ingediend tegen de uitspraak op bezwaar van verweerder van 8 februari 2024.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Eiser heeft namelijk het griffierecht niet (op tijd) betaald, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Iemand die in beroep gaat moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). In dit geval is het griffierecht € 51,-.
3. Als het griffierecht niet (op tijd) wordt betaald is de hoofdregel dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk mag behandelen. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom het griffierecht niet door de rechtbank is ontvangen. Het gaat dan om omstandigheden waar eiser niets aan kan doen.
4. De rechtbank heeft eiser op 3 mei 2024 een aangetekende brief gestuurd, waarin staat dat eiser het griffierecht binnen vier weken moet betalen aan de rechtbank.
5. De rechtbank heeft het bedrag niet (op tijd) ontvangen. Eiser heeft daar geen geldige reden voor gegeven.
6. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk (artikel 8:54 Awb). Het beroep zal daarom niet inhoudelijk worden behandeld.
7. Van een vergoeding van de proceskosten is geen sprake.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.C. Stijnen, rechter, in aanwezigheid van
P.W. Hogenbirk griffier
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
30 augustus 2024.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.