ECLI:NL:RBMNE:2024:6540

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
18 december 2024
Publicatiedatum
2 december 2024
Zaaknummer
11085622 UC EXPL 24-3046
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • G.K.L. de Wijkerslooth de Weerdesteijn
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Non-conformiteit van click pvc-vloer en afwijzing van schadevergoeding

In deze zaak heeft eiser sub 1, een consument, een click pvc-vloer aangeschaft van gedaagde, een B.V. die deze vloer heeft geleverd. Eiser sub 1 heeft de vloer zelf gelegd in zijn woning en heeft na ruim twee jaar gemeld dat de vloer rondom de eettafel beschadigd is. Hij vordert herstel van de vloer of schadevergoeding van gedaagde, die stelt dat de vloer niet gebrekkig is en dat de schade is ontstaan door het opstaan van de vloerdelen en het gebruik van stoelen met wieltjes. De kantonrechter heeft geoordeeld dat niet is komen vast te staan dat de vloer non-conform is, wat betekent dat de vordering van eiser sub 1 wordt afgewezen.

De procedure begon met een dagvaarding en de conclusie van antwoord van gedaagde, gevolgd door een mondelinge behandeling op 19 november 2024. Eiser sub 1 heeft op 15 augustus 2019 de vloer gekocht en op 17 januari 2022 een klacht ingediend. De kantonrechter heeft vastgesteld dat eiser sub 1 niet voldoende bewijs heeft geleverd voor zijn stelling dat de vloer non-conform is. Gedaagde heeft gemotiveerd betwist dat de vloer gebrekkig is en heeft bewijs geleverd dat de schade is ontstaan door het gebruik van de vloer.

De kantonrechter heeft ook geoordeeld dat het beroep van eiser sub 1 op garantie niet aan de orde kan komen, omdat de non-conformiteit niet is vastgesteld. Eiser sub 1 is in het ongelijk gesteld en moet de proceskosten van gedaagde vergoeden, die zijn begroot op € 677,00. Het vonnis is uitgesproken op 18 december 2024.

Uitspraak

RECHTBANKMIDDEN-NEDERLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Utrecht
Zaaknummer: 11086522 \ UC EXPL 24-3046
Vonnis van 18 december 2024
in de zaak van

1.[eiser sub 1] ,

wonend in [woonplaats] ,
2.
[eiseres sub 2],
wonend in [woonplaats] ,
eisende partijen,
hierna samen te noemen: [eiser sub 1] ,
gemachtigde: mr. V.W.J.H. Kobossen,
tegen
[gedaagde] B.V.,
gevestigd in [vestigingsplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
gemachtigde: ARAG Rechtsbijstand.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties
- de conclusie van antwoord met producties
- de mondelinge behandeling van 19 november 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
Ten slotte is bepaald dat een vonnis wordt uitgesproken.

2.Kern van de zaak

2.1.
[eiser sub 1] heeft op 15 augustus 2019 een click pvc-vloer geleverd gekregen van [gedaagde] en heeft deze daarna zelf gelegd in zijn woning. [eiser sub 1] heeft op 17 januari 2022 [gedaagde] bericht dat de vloer op plekken rondom de eettafel kapot is gegaan. Hij wil – kort gezegd – dat [gedaagde] de vloer herstelt of zijn schade vergoedt. Volgens [gedaagde] is de geleverde vloer niet gebrekkig en is de schade ontstaan doordat de vloerdelen zijn gaan opstaan (‘topppen’) en door stoelen met wieltjes zijn beschadigd. De kantonrechter oordeelt dat niet is komen vast te staan dat de vloer non-conform is. De vorderingen van [eiser sub 1] worden afgewezen.

3.De beoordeling

3.1.
[eiser sub 1] vordert een verklaring voor recht dat [gedaagde] toerekenbaar is tekortgeschoten. Hij vordert ook een verklaring voor recht dat herstel van de geleverde vloer en daaraan klevende gebreken binnen de door [gedaagde] gegeven garantie valt en dat [gedaagde] moet overgaan tot herstel van de vloer (of dat [gedaagde] de kosten van herstel door een derde moet vergoeden). [eiser sub 1] vordert subsidiair om [gedaagde] te veroordelen tot het vergoeden van schade. Deze vorderingen worden afgewezen. De kantonrechter zal dit hierna toelichten.
Conformiteit bij consumentenkoop
3.2.
[eiser sub 1] heeft op 31 december 2018 van [gedaagde] een click pvc-vloer gekocht. Er is daarom sprake van een consumentenkoop. Bij een consumentenkoop moet de afgeleverde zaak aan de overeenkomst beantwoorden, de zaak moet ‘conform’ zijn. De wet omschrijft wanneer de zaak niet aan de overeenkomst beantwoordt en er dus sprake is van non-conformiteit. De zaak beantwoordt niet aan de overeenkomst als deze – mede gelet op de aard van de zaak en de mededelingen die de verkoper over die zaak heeft gedaan – niet de eigenschappen bezit die de koper op grond van de overeenkomst mocht verwachten. [1] Dit komt erop neer dat de zaak aan de gerechtvaardigde verwachting van de koper moet voldoen.
3.3.
Als de afgeleverde zaak niet aan de overeenkomst beantwoordt (non-conform is), kan een koper herstel van de afgeleverde zaak vorderen of schadevergoeding vorderen als de verkoper niet binnen een redelijke tijd tot herstel overgaat. De consument die herstel of schade vordert, moet in de procedure stellen (en zo nodig bewijzen) dat de zaak niet aan de overeenkomst beantwoordt (non-conform is).
Het is niet gebleken dat de pvc-vloer non-conform is
3.4.
De kantonrechter is van oordeel dat niet is komen vast te staan dat de click pvc-vloer non-conform is. [eiser sub 1] heeft weliswaar aangevoerd dat de vloer gebreken kent omdat deze op meerdere plekken rondom de eettafel loslaat of beschadigd is geraakt, maar hij heeft niet onderbouwd gesteld wat de oorzaak is van de schade aan de vloerdelen. [gedaagde] heeft bovendien gemotiveerd betwist dat de click pvc-vloerdelen gebrekkig zijn. Zij heeft toegelicht dat [eiser sub 1] op 17 januari 2022 heeft geklaagd over de vloer en vervolgens op 9 maart 2022 de fabrikant van de vloer is langsgegaan om de vloer te beoordelen. De fabrikant van de vloer heeft in een e-mail van 22 maart 2022 aan [gedaagde] bericht dat de click pvc-vloer op diverse plaatsen is gaan opstaan (‘toppen’). Doordat de vloer rondom de eettafel opstaat wordt volgens de fabrikant de vloer beschadigd door de stoelen met wieltjes. De fabrikant bericht ook dat zij na onderzoek geen verdere technische defecten ziet aan deze productie pvc-vloerdelen en zij ook geen reclamaties uit andere verkopen heeft ontvangen.
3.5.
Het had gelet op de gemotiveerde betwisting door [gedaagde] op de weg van [eiser sub 1] gelegen om zijn stelling – dat de vloer non-conform is – nader te onderbouwen. Het is namelijk niet aan [gedaagde] om de oorzaak van de schade aan de vloer te onderbouwen of bewijzen (zie hiervoor onder 3.3). [eiser sub 1] heeft echter nagelaten zijn stelling concreet te onderbouwen en heeft ervoor gekozen om geen deskundige in te schakelen om de kwaliteit van de click pvc-vloer te laten onderzoeken.
3.6.
[eiser sub 1] heeft nog aangevoerd dat [gedaagde] hem heeft medegedeeld dat hij de click pvc-vloer zelf kon leggen. Die enkele mededeling van [gedaagde] maakt echter niet dat [eiser sub 1] mocht verwachten dat de vloer niet kon gaan ‘toppen’. Die mededeling zou relevant kunnen zijn als vast was komen te staan dat het ‘toppen’ wordt veroorzaakt door (de kwaliteit van) de click pvc-vloerdelen, maar dat heeft [eiser sub 1] niet onderbouwd gesteld (zie ook hiervoor onder 3.5).
De rechtbank komt niet toe aan beoordeling van de garantie
3.7.
Het beroep van [eiser sub 1] op de garantie van 2 jaar uit de overeengekomen CBW-voorwaarden en/of een toegezegde fabrieksgarantie van 15 jaar kan onbesproken blijven. Weliswaar komen deze garanties niet te vervallen omdat [eiser sub 1] de vloer zelf heeft gelegd, maar de garantie komt wel pas in beeld als vaststaat dat de vloer non-conform is. Deze garanties zien namelijk op de kwaliteit van de geleverde click pvc-vloer. Hiervoor is al geoordeeld dat niet is vast komen te staan dat de vloer non-conform is. De rechtbank komt dus niet toe aan de beoordeling van het beroep van [eiser sub 1] op de garantie(s).
Buitengerechtelijke incassokosten
3.8.
De vorderingen van [eiser sub 1] worden afgewezen en daarom heeft hij ook geen recht op vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten.
Proceskosten
3.9.
[eiser sub 1] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van [gedaagde] worden begroot op:
- salaris gemachtigde
542,00
(2 punten × € 271,00)
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
677,00

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
wijst de vorderingen van [eiser sub 1] af,
4.2.
veroordeelt [eiser sub 1] in de proceskosten van € 677,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [eiser sub 1] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend.
Dit vonnis is gewezen door G.K.L. de Wijkerslooth de Weerdesteijn en in het openbaar uitgesproken op 18 december 2024.

Voetnoten

1.Artikel 7:17 lid 2 BW.