Op 6 december 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres, vertegenwoordigd door mr. M. Rasul, en de stichting die failliet is verklaard op 5 januari 2024. Eiseres had op 25 juni 2022 een examen afgelegd bij de stichting, maar ontving tot op heden geen examenuitslag. Eiseres stelde dat de stichting niet tijdig een oordeel had gegeven over haar examen en heeft daarom beroep ingesteld. De rechtbank heeft besloten partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat dit in deze zaak niet nodig was.
De rechtbank overweegt dat als een bestuursorgaan niet tijdig beslist op een aanvraag of bezwaarschrift, de betrokkene in beroep kan gaan, mits er eerst een ingebrekestelling is verstuurd. Eiseres heeft de stichting op 21 maart 2023 in gebreke gesteld, maar de rechtbank constateert dat de stichting ten tijde van de uitspraak niet bevoegd was om certificaten af te geven, omdat zij geen aangewezen deskundige was op grond van de Wet beëdigde tolken en vertalers. De rechtbank kan niet vaststellen of de stichting een bestuursorgaan was, omdat er geen informatie beschikbaar is over een mogelijke rechtsopvolger.
Hierdoor verklaart de rechtbank zich onbevoegd om kennis te nemen van het beroepschrift van eiseres. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling en het door eiseres betaalde griffierecht van € 184,- wordt terugbetaald. De uitspraak is openbaar uitgesproken door mr. M. Eversteijn, rechter, in aanwezigheid van griffier mr. M.M. van Luijk-Salomons.