ECLI:NL:RBMNE:2024:6623

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
6 december 2024
Publicatiedatum
5 december 2024
Zaaknummer
UTR 23/1845
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onbevoegdheid van de bestuursrechter in examenzaak

Op 6 december 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres, vertegenwoordigd door mr. M. Rasul, en de stichting die failliet is verklaard op 5 januari 2024. Eiseres had op 25 juni 2022 een examen afgelegd bij de stichting, maar ontving tot op heden geen examenuitslag. Eiseres stelde dat de stichting niet tijdig een oordeel had gegeven over haar examen en heeft daarom beroep ingesteld. De rechtbank heeft besloten partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat dit in deze zaak niet nodig was.

De rechtbank overweegt dat als een bestuursorgaan niet tijdig beslist op een aanvraag of bezwaarschrift, de betrokkene in beroep kan gaan, mits er eerst een ingebrekestelling is verstuurd. Eiseres heeft de stichting op 21 maart 2023 in gebreke gesteld, maar de rechtbank constateert dat de stichting ten tijde van de uitspraak niet bevoegd was om certificaten af te geven, omdat zij geen aangewezen deskundige was op grond van de Wet beëdigde tolken en vertalers. De rechtbank kan niet vaststellen of de stichting een bestuursorgaan was, omdat er geen informatie beschikbaar is over een mogelijke rechtsopvolger.

Hierdoor verklaart de rechtbank zich onbevoegd om kennis te nemen van het beroepschrift van eiseres. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling en het door eiseres betaalde griffierecht van € 184,- wordt terugbetaald. De uitspraak is openbaar uitgesproken door mr. M. Eversteijn, rechter, in aanwezigheid van griffier mr. M.M. van Luijk-Salomons.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 23/1845

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 6 december 2024 in de zaak tussen

[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres

(gemachtigde: mr. M. Rasul)
en
[stichting],
failliet per 5 januari 2024 maar voorheen gevestigd te [vestigingsplaats] ,verweerder.

Procesverloop

Eiseres heeft op 25 juni 2022 een examen afgelegd bij de [stichting] ( [stichting] ). Eiseres heeft voor het afleggen van dit examen tot op heden geen examenuitslag ontvangen.
Deze uitspraak gaat over het beroep van eiseres omdat verweerder volgens haar niet op tijd een oordeel heeft gegeven over het door haar afgelegde examen.
Verweerder heeft nergens op gereageerd.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Als een bestuursorgaan niet op tijd beslist op een aanvraag of bezwaarschrift kan de betrokkene daartegen in beroep gaan. Wel moet de betrokkene dan eerst een ‘ingebrekestelling’ aan het bestuursorgaan sturen. Dat wil zeggen dat de betrokkene per brief aan het bestuursorgaan moet laten weten dat er binnen twee weken alsnog beslist moet worden op zijn aanvraag of bezwaar. Dit staat (onder andere) in de artikelen 6:2, 6:12 en 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
3. Eiseres heeft het examen afgelegd op 25 juni 2022. Verweerder is op 21 maart 2023 door haar in gebreke gesteld, onder vermelding dat hij zes maanden de tijd heeft gehad om een uitslag van het examen bekend te maken conform artikel 10 Examenreglement Juridisch Vertalen. Eiseres heeft meer dan twee weken erna, op 8 mei 2023, beroep ingesteld.
4. De rechtbank stelt vast dat verweerder ten tijde van de uitspraak op grond van wet- en regelgeving niet is aangewezen om certificaten af te geven, hij is geen aangewezen deskundige op grond van de Wet beëdigde tolken en vertalers. De rechtbank kan niet nagaan of dat komt omdat verweerder failliet is verklaard of omdat verweerder dat nooit is geweest. De curator en de advocaat van eiseres hebben daar desgevraagd geen antwoord op kunnen geven. De rechtbank kan daarom niet vaststellen of verweerder een bestuursorgaan was. Ook een rechtsopvolger is de rechtbank niet bekend. Dit heeft tot gevolg dat de bestuursrechter onbevoegd is kennis te nemen van het beroepschrift van eiseres.
5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding. Op grond van artikel 2.5, zesde lid, van het Procesreglement bestuursrecht rechtbanken 2021 wordt, indien de bestuursrechter niet bevoegd is kennis te nemen van het beroepschrift geen griffierecht geheven. Gelet hierop bepaalt de rechtbank dat het door eiser betaalde griffierecht van
€ 184,- aan eiser wordt terugbetaald.

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart zich onbevoegd.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Eversteijn, rechter, in aanwezigheid van mr. M.M. van Luijk-Salomons, griffier
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 6 december 2024.
de griffier de rechter
Afschrift verzonden of digitaal ter beschikking gesteld aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.