ECLI:NL:RBMNE:2024:6734

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
17 december 2024
Publicatiedatum
12 december 2024
Zaaknummer
11413765 \ LV EXPL 24-60 BW 31650
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming van huurwoning wegens gebruik als seksinrichting

In deze zaak heeft Woonstichting Centrada een kort geding aangespannen tegen een gedaagde huurder, die niet is verschenen. De vordering betreft de ontruiming van een huurwoning die door of onder verantwoordelijkheid van de huurder is gebruikt als seksinrichting. De procedure begon met een dagvaarding op 27 november 2024, gevolgd door een mondelinge behandeling op 10 december 2024. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de huurovereenkomst op 15 mei 2020 is aangegaan en dat er op 18 juli 2023 een deelopzegging heeft plaatsgevonden door de vriendin van de huurder. Op 27 september 2024 heeft de burgemeester van de gemeente een last onder bestuursdwang opgelegd, waardoor de woning tijdelijk gesloten is. De kantonrechter heeft geoordeeld dat er sprake is van een spoedeisend belang bij de ontruiming, gezien het gebruik van de woning als seksinrichting een ernstige tekortkoming vormt. De ontruiming is toegewezen met een termijn van veertien dagen na betekening van het vonnis. De gedaagde is veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 1.097,63, te vermeerderen met wettelijke rente. Het vonnis is uitgesproken op 17 december 2024.

Uitspraak

RECHTBANKMIDDEN-NEDERLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Lelystad
Zaaknummer: 11413765 \ LV EXPL 24-60 BW 31650
Vonnis in kort geding van 17 december 2024
in de zaak van
WOONSTICHTING CENTRADA,
gevestigd in Lelystad,
eisende partij,
hierna te noemen: Centrada,
gemachtigden: mrs. T. Mulder en L. Wanders,
tegen
[gedaagde],
wonend in [woonplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties van 27 november 2024, betekend op het adres van de huurwoning,
-de openbaar betekende dagvaarding van 29 november 2024 en de publicatie in de Staatscourant,
-de aanvullende productie 24 van Centrada.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 10 december 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt. [gedaagde] is niet verschenen.

2.De feiten

2.1.
Centrada verhuurt sinds 15 mei 2020 aan [gedaagde] de woonruimte aan de [adres] ( [postcode] ) in [plaats] . Op de huurovereenkomst is het huurreglement van Centrada van toepassing.
2.2.
De huurovereenkomst is bij aanvang aangegaan met zowel [gedaagde] als zijn (toenmalige) vriendin mevrouw [A] . Op 18 juli 2023 heeft Centrada een deelopzegging ontvangen waarin is verklaard dat [A] afstand doet van de huurovereenkomst met ingang van 18 juli 2023.
2.3.
Op 27 september 2024 heeft de burgemeester van de gemeente [gemeente] het besluit genomen tot oplegging van een last onder bestuursdwang in verband met een in de huurwoning aanwezige seksinrichting. De woning is op grond van het besluit met ingang van 3 oktober 2024 voor de duur van 2 maanden (tot 3 december 2024) gesloten op grond van artikel 3:3, eerste lid en artikel 3:14 lid 2, aanhef en onder b APV jo artikel 174a Gemeentewet vanwege ernstige verstoring van de openbare orde.
2.4.
[gedaagde] heeft in de week van 3 december 2024 de sleutel van de woning weer overhandigd gekregen.

3.De vordering en de beoordeling daarvan

3.1.
Centrada vordert ontruiming van de huurwoning aan de [adres] in [plaats] en veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
Tegen [gedaagde] wordt verstek verleend
3.2.
[gedaagde] is niet verschenen en heeft dus geen verweer gevoerd tegen de gevorderde ontruiming. Bij de dagvaarding zijn de bij de wet voorgeschreven termijnen en formaliteiten in acht genomen. Zo heeft Centrada de dagvaarding niet alleen op het adres van de huurwoning laten betekenen, maar heeft zij ook voor openbare betekening en publicatie in de Staatscourant gezorgd, omdat de huurwoning tot 3 december 2024 niet toegankelijk was voor [gedaagde] . Ook is de dagvaarding naar het bekende mailadres van [gedaagde] gestuurd. Tegen [gedaagde] zal dus verstek worden verleend.
3.3.
Nu [gedaagde] verstek heeft laten gaan, moet de kantonrechter toetsen of de vorderingen van Centrada hem onrechtmatig dan wel ongegrond voorkomen.
Spoedeisend belang
3.4.
Van een spoedeisend belang van Centrada bij haar vorderingen is naar het oordeel van de kantonrechter, gelet op de aard van de vorderingen, genoegzaam gebleken.
De ontruiming wordt toegewezen
3.5.
Nu Centrada heeft aangevoerd en onderbouwd dat de huurwoning door of onder verantwoordelijkheid van [gedaagde] is gebruikt als seksinrichting en [gedaagde] dat niet heeft weersproken, komt de vordering tot ontruiming van het gehuurde de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor. Dat het gebruiken van de huurwoning als seksinrichting een ernstige tekortkoming aan de zijde van [gedaagde] oplevert behoeft geen betoog. Die tekortkoming zal naar alle waarschijnlijkheid in een bodemprocedure de ontbinding van de huurovereenkomst met haar gevolgen rechtvaardigen.
De ontruiming zal dus worden toegewezen, maar de termijn waarbinnen de ontruiming zal moeten plaatsvinden stelt de kantonrechter naar redelijkheid en billijkheid vast op 14 dagen na betekening van dit vonnis.
[gedaagde] moet de proceskosten betalen
3.6.
[gedaagde] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. Omdat Centrada de dagvaarding ook openbaar heeft moeten betekenen doordat de huurwoning door toedoen van [gedaagde] voor hem niet toegankelijk was, komen die kosten van openbare betekening en de advertentiekosten voor publicatie in de Staatscourant ook voor rekening van [gedaagde] . De proceskosten van Woonstichting Centrada worden begroot op:
- explootkosten en publicatie
289,63
- griffierecht
130,00
- salaris gemachtigde
543,00
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
1.097,63
De wettelijke rente over de proceskosten zal worden toegewezen op de hierna in de beslissing te vermelden wijze.

4.De beslissing

De kantonrechter:
4.1.
veroordeelt [gedaagde] om binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis de woning aan de [adres] ( [postcode] ) in [plaats] met al degenen die zich daar in bevinden en al datgene dat zich daarin bevindt te verlaten, te ontruimen en in oorspronkelijke, onbeschadigde en schone staat op te leveren, onder afgifte van de sleutels ten kantore van Centrada, met het verbod de woning na de ontruiming opnieuw te betrekken c.q. te gebruiken,
4.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 1.097,63, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de wettelijke rente en de kosten van betekening als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
4.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
4.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.M. Berendsen, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 17 december 2024.