Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Het verloop van de procedure
- het verzoekschrift met bijlagen, ontvangen op 6 augustus 2024;
- de e-mails met bijlagen van de vader van 26 augustus t/m 30 augustus 2024;
- de e-mail van de Raad van 3 september 2024;
- de e-mail van de vader van 9 september 2024.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ouders wel op de hoogte zijn van de zitting.
De vader heeft in zijn e-mail van 26 augustus 2024 namelijk aan de kinderrechter laten weten dat de ouders met [minderjarige] in Belarus verblijven en wat het standpunt is van de ouders met betrekking tot het verzoek. De ouders hebben geen gebruik gemaakt van het aanbod van de kinderrechter om de zitting online dan wel telefonisch bij te wonen.
2.De feiten
3.Het verzoek
4.De standpunten
5.De beoordeling
Wanneer die verblijfplaats ná de indiening van het verzoek wijzigt en het land van de nieuwe verblijfplaats is aangesloten bij het Haags Kinderbeschermingsverdrag 1996 (HKV 1996), dan is dat Verdrag van toepassing. Belarus is echter niet aangesloten bij het HKV 1996, zodat een eventuele wijziging van de gewone verblijfplaats na 6 augustus 2024 in dit geval niet relevant is voor de bevoegdheid.
‘
Hallo, ik heb u rapport ontvangen toen ik aankwam van vakantie, als u mijn mening wilt weten, dan gaat het niet over onze familie, het is een verhaal bedacht en gebaseerd op roddels om het leven van onze familie te ruïneren en onze rechten te schenden . Onze zoon [minderjarige] heeft uw bescherming niet nodig, hij heeft zich tot nu toe goed ontwikkeld en zal zich goed blijven ontwikkelen en groeien. (…)‘
In verband met het bovenstaande hebben we besloten dat onze zoon in een ander land op school gaat studeren, dus het heeft geen zin om ons gezin onder toezicht te stellen, aangezien mijn vrouw en onze zoon [minderjarige] al zijn teruggekeerd naar Belarus en [minderjarige] al op school staat ingeschreven’.
‘
Op 23-07-2024 heb ik uw beroep op vrijstelling van de inschrijvingsplicht ontvangen. En een verklaring waaruit blijkt dat [minderjarige] wordt ingeschreven op een school in Wit- Rusland. In de periode van 01-08-2024 tot en met 31-07-2025 (schooljaar 2024- 2025) hoeft u [minderjarige] niet in te schrijven op een school in Nederland. (…)Aan het einde van de vrijstellingsperiode ontvang ik graag een bewijs (rapport, resultaten- overzicht) waaruit blijkt dat [minderjarige] daadwerkelijk naar school is geweest in Wit- Rusland. Zonder dit bewijs is de vrijstelling niet geldig. U riskeert dan een boete voor overtreding van de Leerplichtwet. (…) Als [minderjarige] langer dan 8 maanden ín het buitenland blijft, dan moet u hem laten uitschrijven bij de gemeente [gemeente] . (…)’.
We zien er geen nut in om de rechtszaak online bij te wonen, aangezien we niets te vertellen hebben, alles wat we wilden zeggen staat al in onze brief, alles is prima in ons gezin, mijn vrouw en onze zoon gaan niet in Nederland wonen, aangezien we acht het het beste om samen met zijn grote familie in Belarus te wonen.Ook maken wij ons grote zorgen over de ongegronde vervolging van onze familie, wij zijn geen verdachten, wij hebben geen enkele wet overtreden en alles wat wij doen gebeurt volgens de wet, wij willen dus niet dat onze wettelijke rechten worden geschonden.’.
Hoewel de vader in zijn e-mails stelt dat hij samen met de moeder en [minderjarige] in Belarus woont, is hier dus nog veel onduidelijkheid over. Zo is er niets bekend over de woonsituatie van het gezin in Belarus. Niet duidelijk is of het gezin daar een eigen woning heeft gehuurd of gekocht of dat zij bij de kennelijk grote familie van de moeder verblijven, al dan niet in afwachting van de uitspraak van de kinderrechter. In dit verband is het opvallend dat de vader zo snel na de zitting mailde met de vraag wat de beslissing van de kinderrechter was. De vader heeft voor zover bekend nog steeds zijn werk in Nederland. De inschrijving van [minderjarige] op een school in Belarus heeft de vader niet overgelegd. Ook is niet duidelijk waar het gezin in Belarus van leeft. Nu de vader en de moeder niet ter zitting zijn verschenen, hebben zij daarover ook geen vragen kunnen beantwoorden.
De vader heeft in zijn email van 9 september 2024 aangekondigd dat hij naar Nederland komt om het gezin uit te schrijven. Echter, bij aanvang van het Nederlandse schooljaar en zelfs op de dag van de beslissing stond het gezin nog ingeschreven op hun adres in [woonplaats] .
Uit het raadsrapport blijkt voorts dat de ouders regelmatig met [minderjarige] naar Belarus en Polen wilden kunnen reizen om familie en vrienden te bezoeken. Om die reden ging [minderjarige] nog steeds niet naar school ging. Het is dus niet ongebruikelijk dat het gezin tijdelijk elders bij familie buiten Nederland verblijft. Mogelijk is daar ook nu sprake van, in afwachting van de uitspraak op het verzoek van de Raad.
Dit alles maakt dat de kinderrechter niet kan vaststellen dat de ouders op 6 augustus 2024 al definitief besloten hadden om van Nederland naar Belarus te emigreren en op die manier hun gewone verblijfplaats toen al hadden gewijzigd van Nederland naar Belarus.
De kinderrechter gaat er daarom vanuit dat de gewone verblijfplaats van [minderjarige] op 6 augustus 2024 nog steeds in [woonplaats] in Nederland was. De kinderrechter is daarom bevoegd om het verzoek te beoordelen.
De ouders willen hier geen openheid over geven, waardoor ook de invloed van deze problematiek op [minderjarige] onvoldoende duidelijk is geworden. Dat baart de kinderrechter evenals de Raad zorgen. Kinderen die opgroeien met ouders met psychische problemen (KOPP kinderen) lopen namelijk het risico om zelf ook psychische problemen te ontwikkelen. Door de huisarts en Veilig Thuis is al gezien dat [minderjarige] en de moeder in het contact een angstige indruk maakten, terwijl door de Raad en de GGD is gezien dat de moeder en [minderjarige] ook juist heel sociaal kunnen zijn. Deze wisselingen in de houding van [minderjarige] kunnen duiden op een onveilige gehechtheid.
De kinderrechter verzoekt de GI om haar uiterlijk 13 februari 2025 te informeren over de actuele verblijfplaats van [minderjarige] en het verloop van de ondertoezichtstelling. Aangezien Belarus niet is aangesloten bij het HKV 1996 kunnen de Raad en de GI niet rechtstreeks of via een Centrale Autoriteit in Belarus informatie inwinnen over de leefomstandigheden van [minderjarige] . Het is dan ook aan de ouders om informatie over de leefomstandigheden van [minderjarige] met de GI en de Raad te delen. Dit gaat onder meer om informatie over de stad of het dorp en de woning waar het gezin verblijft en de school waar [minderjarige] naartoe gaat.
De kinderrechter hoopt dat er tegen het einde van dit half jaar meer bekend is over de werkelijke verblijfplaats van [minderjarige] en de mogelijkheden van de uitvoering van de ondertoezichtstelling.
Aan de Raad wordt verzocht om de kinderrechter uiterlijk 13 februari 2025 te informeren of het resterende deel van het verzoek wordt gehandhaafd of ingetrokken.
6.De beslissing
de GIom de kinderrechter
uiterlijk 13 februari 2025te informeren over de actuele verblijfplaats van [minderjarige] en het verloop van de ondertoezichtstelling;
de Raadom de kinderrechter
uiterlijk 13 februari 2025te informeren of hij het verzoek handhaaft of intrekt.
- door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.