ECLI:NL:RBMNE:2024:6850
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet-betaling griffierecht
Op 13 december 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser en de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking gemeenten & hoogheemraadschap Utrecht. Eiser had beroep aangetekend tegen een besluit van verweerder van 17 januari 2024. De rechtbank heeft echter besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat eiser het griffierecht van € 51 niet had betaald. Dit griffierecht is verplicht volgens artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank heeft eiser op 23 april 2024 een aangetekende brief gestuurd met de mededeling dat het griffierecht binnen vier weken betaald moest worden. Aangezien het griffierecht niet op tijd was ontvangen en eiser geen geldige reden had opgegeven voor de niet-betaling, kon de rechtbank de zaak niet inhoudelijk behandelen. De hoofdregel is dat als het griffierecht niet (op tijd) wordt betaald, de rechtbank het beroep niet inhoudelijk mag behandelen, tenzij er bijzondere omstandigheden zijn.
In dit geval heeft de rechtbank geoordeeld dat er geen geldige reden was voor de niet-betaling van het griffierecht. Daarom heeft de rechtbank het beroep van eiser niet-ontvankelijk verklaard, wat betekent dat er geen uitspraak over de inhoud van het beroep is gedaan. Eiser krijgt geen gelijk en er wordt geen vergoeding van proceskosten toegekend. De uitspraak is openbaar uitgesproken door rechter R.C. Stijnen, in aanwezigheid van griffier L. El Kabch.