In deze zaak heeft eiseres, een B.V. die een afhaal- en bezorgrestaurant exploiteert, een beroep ingesteld tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een exploitatievergunning door de burgemeester van de gemeente Utrecht. Eiseres had sinds 23 juli 2018 een exploitatievergunning, maar deze werd op 28 oktober 2018 ingetrokken vanwege het slecht levensgedrag van de leidinggevende. Eiseres heeft sindsdien geprobeerd om opnieuw een vergunning aan te vragen, maar deze aanvragen zijn steeds afgewezen op basis van het slecht levensgedrag van de leidinggevende, waaronder meerdere verkeersovertredingen en een belediging van een ambtenaar in functie. De rechtbank heeft op 17 december 2024 de zaak behandeld en onmiddellijk uitspraak gedaan. De rechtbank oordeelde dat de burgemeester terecht de vergunning had geweigerd, omdat de gedragingen van de leidinggevende, ondanks het tijdsverloop, nog steeds relevant waren voor de beoordeling van zijn betrouwbaarheid. De rechtbank concludeerde dat de burgemeester goed had gemotiveerd dat er nog steeds aanleiding was om te twijfelen aan de betrouwbaarheid van de leidinggevende, en dat de weigering van de vergunning niet onevenredig was. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. Partijen werden gewezen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan.