In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Midden-Nederland het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag om een restauratievergunning voor het familiegraf, gelegen op de monumentale begraafplaats in de gemeente Gooise Meren. De aanvraag werd afgewezen door het college van burgemeester en wethouders op 1 juli 2022, omdat de gevraagde wijziging niet zou passen bij de monumentale waarde van de begraafplaats en afbreuk zou doen aan het aanzien daarvan. Eiser heeft bezwaar aangetekend, maar het college handhaafde zijn besluit op 8 maart 2023.
De rechtbank heeft de zaak op 30 november 2023 behandeld, waarbij eiser en de gemachtigden van het college aanwezig waren. De rechtbank oordeelt dat het college onvoldoende heeft gemotiveerd waarom de gevraagde restauratie niet passend zou zijn bij de monumentale waarde van de begraafplaats. De rechtbank stelt vast dat het Deelplan Graven en Opstallen, dat door het college is ingeroepen, niet op de juiste wijze was gepubliceerd, waardoor de juridische status onduidelijk was. Dit heeft invloed op de afwijzing van de aanvraag.
De rechtbank concludeert dat het college de aanvraag ten onrechte heeft afgewezen op basis van de monumentale waarde van de begraafplaats, aangezien het familiegraf van eiser zelf geen monumentale status heeft. De rechtbank vernietigt het besluit van het college en draagt het college op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen, waarbij de overige beroepsgronden van eiser opnieuw in overweging moeten worden genomen. Tevens moet het college het griffierecht aan eiser vergoeden.