ECLI:NL:RBMNE:2024:7215
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens niet tijdig betalen van griffierecht
Op 4 december 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser, wonende in [woonplaats], en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht. Eiser had beroep ingesteld tegen een besluit van 30 januari 2024, maar de rechtbank heeft de zaak niet inhoudelijk behandeld omdat eiser het griffierecht niet op tijd had betaald. Volgens artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het verplicht om griffierecht te betalen bij het indienen van een beroep. In dit geval bedroeg het griffierecht € 51,-. De griffier had eiser in een brief van 3 juli 2024 geïnformeerd over de betalingstermijn, maar het griffierecht is niet tijdig ontvangen. Eiser heeft geen geldige reden opgegeven voor het niet betalen van het griffierecht. De rechtbank heeft daarom geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, zoals vermeld in artikel 8:54 Awb. De rechtbank heeft geen proceskostenvergoeding toegewezen, en de uitspraak is openbaar uitgesproken op 4 december 2024.