ECLI:NL:RBMNE:2024:7241
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de beëindiging van de Ziektewet-uitkering van eiser door het Uwv
In deze zaak beoordeelt de Rechtbank Midden-Nederland of het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) terecht de Ziektewet (ZW)-uitkering van eiser heeft ingetrokken per 15 september 2023. Eiser, die eerder als machine operator werkte, heeft zich ziekgemeld vanwege schouderklachten en ontving vanaf 22 september 2021 een ZW-uitkering. Het Uwv beëindigde de uitkering op basis van een medische beoordeling die stelde dat eiser in staat was meer dan 65% van zijn vroegere loon te verdienen. Eiser is het hier niet mee eens en stelt dat er geen passend werk is dat hij kan verrichten.
De rechtbank heeft de zaak behandeld op 21 maart 2024, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van het Uwv. De rechtbank heeft het onderzoek geschorst om het Uwv in de gelegenheid te stellen te reageren op aanvullende medische stukken die door eiser zijn ingediend. Na beoordeling van de medische rapporten concludeert de rechtbank dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep de medische situatie van eiser adequaat heeft beoordeeld en dat er geen aanleiding is om aan de conclusies van het Uwv te twijfelen.
De rechtbank oordeelt dat het Uwv terecht heeft vastgesteld dat eiser meer kan verdienen dan 65% van zijn vroegere loon en dat de beëindiging van de ZW-uitkering per 15 september 2023 gerechtvaardigd is. Eiser krijgt geen gelijk en het beroep wordt ongegrond verklaard. De proceskosten en het griffierecht worden niet vergoed.