Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord met producties 1 tot en met 3;
- de mondelinge behandeling van 23 februari 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft eiser, die een woning huurt van gedaagde, een kort geding aangespannen omdat gedaagde zonder toestemming de sloten van de woning heeft vervangen. Eiser vordert dat gedaagde hem weer toegang tot de woning verleent en hem het huurgenot verschaft. De procedure is gestart na een mondelinge behandeling op 23 februari 2024, waarbij partijen geen schikking hebben bereikt. Eiser stelt dat de huurovereenkomst niet is beëindigd, terwijl gedaagde beweert dat deze voor bepaalde tijd was en inmiddels is geëindigd. De kantonrechter oordeelt dat de huurovereenkomst nog steeds van kracht is, omdat gedaagde niet aan de wettelijke vereisten heeft voldaan om de huurovereenkomst te beëindigen. Gedaagde heeft inbreuk gemaakt op het woongenot van eiser door de woning zonder toestemming te betreden, wat wordt gekwalificeerd als huisvredebreuk. De vordering van eiser om weer toegang tot de woning te krijgen wordt toegewezen, evenals de vordering tot betaling van de kosten voor het inschakelen van een deurwaarder. De vordering tot terugplaatsing van spullen wordt afgewezen omdat deze te onbepaald is. Gedaagde wordt veroordeeld in de proceskosten van eiser. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.