Uitspraak
1.De procedure
- de nagekomen productie van [eiser] ,
- de conclusie van antwoord.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 9 september 2024 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiser] en [gedaagde]. [eiser], die sinds 1993 in dienst is bij [gedaagde], vorderde wedertewerkstelling na een schorsing op basis van een onderzoeksrapport dat grensoverschrijdend gedrag concludeerde. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [eiser] onvoldoende spoedeisend belang heeft bij zijn vordering, aangezien hij al meer dan een jaar geschorst is en de resterende duur van zijn arbeidsovereenkomst minder dan vier maanden bedraagt. De kantonrechter benadrukte dat re-integratie alleen mogelijk is als er vertrouwen is tussen partijen, wat momenteel ontbreekt. De vordering van [eiser] is afgewezen, en hij is veroordeeld in de proceskosten van € 949,00. De kantonrechter hoopt dat partijen onderling afspraken kunnen maken over een gepaste manier van afscheid nemen, gezien de langdurige dienstverband van [eiser].