ECLI:NL:RBMNE:2024:7409
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Einduitspraak inzake beroep ingetrokken en proceskostenvergoeding in bestuursrechtelijke zaak
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland, gaat het om een beroep dat door eiser is ingetrokken. Eiser had een verzoek ingediend op grond van de Wet open overheid (Woo) om openbaarmaking van documenten. De rechtbank had eerder, op 3 september 2024, een tussenuitspraak gedaan waarin het beroep van eiser tegen het niet tijdig beslissen door de minister niet-ontvankelijk werd verklaard. Tevens werd geconstateerd dat het besluit van 1 augustus 2023 een gebrek vertoonde. Eiser trok zijn beroep in op 22 oktober 2024, onder voorbehoud van vergoeding van zijn proceskosten en griffierecht. De minister reageerde op 11 november 2024 en was bereid het griffierecht en de proceskosten voor de zitting te vergoeden.
De rechtbank oordeelt dat de minister de gemaakte proceskosten en het griffierecht aan eiser moet vergoeden. De rechtbank heeft besloten om zonder zitting uitspraak te doen, omdat zij voldoende informatie had om het verzoek te beoordelen. De rechtbank verwijst naar de artikelen 8:75 en 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb) voor de mogelijkheid om proceskosten te vergoeden wanneer het beroep is ingetrokken omdat het bestuursorgaan tegemoet is gekomen aan de indiener.
De rechtbank heeft de minister veroordeeld tot betaling van € 99,69 aan proceskosten en het griffierecht van € 184,- aan eiser. Deze uitspraak is gedaan door mr. A.A.M. Elzakkers, rechter, en is openbaar uitgesproken op 2 december 2024. Een afschrift van de uitspraak is verzonden aan de betrokken partijen.