Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Het verloop van de procedure
- [A] , als zorgverantwoordelijke verbonden aan GGz Centraal;
- de ouders van betrokkene.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 10 december 2024 een beschikking gegeven inzake de verlening van een zorgmachtiging voor een betrokkene, geboren in 2000, die lijdt aan een eetstoornis en een autismespectrumstoornis. De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging voor de duur van zes maanden. De rechtbank heeft het verzoek toegewezen, omdat aan alle voorwaarden uit de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg is voldaan. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis die ernstig nadeel veroorzaakt, waaronder levensgevaar en ernstige verwaarlozing. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen mogelijkheden zijn voor passende zorg op vrijwillige basis, gezien de ambivalente houding van de betrokkene ten aanzien van het innemen van voeding en medicatie. De rechtbank heeft verschillende vormen van verplichte zorg toegewezen, waaronder het toedienen van vocht en voeding, medicatie, en het verrichten van medische controles. De rechtbank heeft ook de noodzaak van beperking van de bewegingsvrijheid en opname in een accommodatie overwogen. De termijn van zes maanden is vastgesteld om de betrokkene de tijd te geven om toe te werken naar vrijwillige hulpverlening. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door rechter M.M.E. Manning, in aanwezigheid van griffier I.R.S. Salomé.