Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Het verloop van de procedure
- de dagvaarding (met 12 producties);
- de akte houdende overlegging producties van [gedaagde] (met 22 producties);
- de nagekomen productie 13 van [eiseres] ;
- de zittingsaantekeningen van de mondelinge behandeling van 2 februari 2024;
- de pleitaantekeningen van mrs. Koole en Beltzer;
- de pleitaantekeningen van mrs. Sagel en Van Haeringen.
2.De feiten
back upen
security) en het beheren en onderhouden van de software (besturingssystemen en de daarvoor benodigde licenties) en van de hardware (servers, bekabeling e.d.). Dit deel van de opdracht wordt ook wel de
rungenoemd. Daarnaast was [eiseres] verantwoordelijk voor het ondersteunen van door de bank gewenste veranderingen (de
changes). Deze ‘datacenter-kavel’ besloeg ongeveer 70% van de werkzaamheden die [eiseres] in de afgelopen jaren voor [onderneming 1] heeft verricht. [eiseres] heeft daartoe een groep van ongeveer 30 werknemers ingezet (onder wie oud- [onderneming 1] -werknemers die zij in april 2019, bij de
out-sourcingdoor [onderneming 1] , van de bank had overgenomen); zij hebben hun werk -
eyes on glass(middels het bekijken van
alertsop beeldschermen ter plekke) - op locatie verricht, in ruimte(n) die [eiseres] daartoe huurde. De software en hardware (daaronder licenties en onderhoudscontracten) die nodig zijn voor de voortdurende beschikbaarheid van de servers (en de daarin opgeslagen gegevens) zijn eigendom van [onderneming 1] . De fysieke behuizing van de servers (de
cages) is door de bank, via [eiseres] , gehuurd van [onderneming 2] , omdat het de bank (aanbestedingsrechtelijk) niet is toegestaan rechtstreeks met deze leverancier te contracteren. Voor de
monitoringvan de
cages(met camera’s en sensoren van [onderneming 1] ) heeft [eiseres] haar eigen systeem gebruikt, dat zij niet alleen voor [onderneming 1] maar ook voor haar andere opdrachtgevers inzet.
identity & access management, IAM). Bij de gehele opdracht van [onderneming 1] aan [eiseres] (de drie ‘kavels’: datacenter-, servicedesk- en IAM-dienstverlening) waren ruim 120 medewerkers van [eiseres] betrokken, zowel eigen werknemers als (voor ongeveer een derde) ‘externen’ (zzp-ers, uitzendkrachten e.d.).
in-sourcing). De opdracht betreffende het beheer en onderhoud van de datacenters (
runen
changes) is gegund aan [gedaagde] . De werkzaamheden die verband houden met de servicedesk zullen worden verricht door een derde ( [onderneming 3] ).
multi clientteams (met ongeveer 120 medewerkers) in Polen en Spanje op afstand (
remote) laten verrichten. De
change-activiteiten worden duidelijker gescheiden van de
run. De werkzaamheden worden ook in technisch opzicht anders ingericht. [gedaagde] gaat de ruimte(n) die [eiseres] huurde en waaruit haar personeel de dienstverlening heeft verricht, niet gebruiken. Het systeem dat [eiseres] gebruikte om de
cageste monitoren, blijft bij haar achter omdat [eiseres] dat voor andere cliënten blijft gebruiken. [gedaagde] neemt voor de bank wel de rol van huurder van de [onderneming 2] -
cagesover. [gedaagde] wenst geen werknemers van [eiseres] over te nemen.
3.De vordering en de standpunten van partijen
as isplaats. [eiseres] stelt zich op het standpunt dat de datacenterdienstverlening (vooral) kapitaalintensief is, omdat daarvoor aanzienlijke uitrusting noodzakelijk is. Dat [gedaagde] geen personeel van [eiseres] wil overnemen, leidt er daarom niet toe dat zij de consequenties van artikel 7:663 BW (de overgang van rechtswege van de verplichtingen uit de arbeidsovereenkomsten van de betrokken werknemers) kan ontgaan. Omdat het bij de vraag of van identiteitsbehoud sprake is niet uitmaakt wie eigenaar is van de activa die door [onderneming 1] ter uitvoering van de opdracht ter beschikking worden gesteld, komt het er in dit geding op aan dat [gedaagde] voor de dienstverlening aan [onderneming 1] - noodzakelijkerwijs - dezelfde elementen en middelen van de bank gaat gebruiken als die [eiseres] daarvoor heeft aangewend. Bij de materiële activa gaat het om de soft- en hardware van [onderneming 1] die voor de dienstverlening onontbeerlijk zijn. [gedaagde] gaat ook, net als [eiseres] , de
cagesgebruiken; zij zet voor [onderneming 1] het contract met [onderneming 2] voort. Zonder deze materiële activa kan [gedaagde] de dienstverlening voor [onderneming 1] eenvoudigweg niet verrichten. De immateriële activa die overgaan zijn de data die [eiseres] , als object van de opdracht, bij haar dienstverlening aan [onderneming 1] heeft gebruikt en die [gedaagde] op haar beurt gaat gebruiken, aldus [eiseres] .
4.De beoordeling van het geschil
multi clientteams (dus niet langer door werknemers die exclusief voor [onderneming 1] werken) en op afstand gaan plaatsvinden, maakt niet dat de dienstverlening wezenlijk verandert. Dat [gedaagde] enkele ondergeschikte onderdelen van de werkzaamheden die [eiseres] voor de bank heeft verricht niet overneemt (bijvoorbeeld niet verantwoordelijk is voor een mogelijke verhuizing van een datacenter), raakt evenmin de kern van de opdracht. [gedaagde] heeft niet aannemelijk gemaakt dat dit anders is. De kantonrechter oordeelt voorshands dat de context en de doelstelling van de datacenterdienstverlening meebrengen dat de functionele band tussen de bij de uitvoering van de opdracht betrokken personen en elementen na de overdracht behouden blijft. Ook bij dit aspect geldt overigens dat dit inherent is aan een opdracht als de onderhavige, waarbij de opvolgende opdrachtnemers zich hebben te richten naar de hoge eisen die de opdrachtgever stelt.
wirtschaftliche Wertschöpfung, economische waarde-creatie. Die zit bij de datacenterdienstverlening aan [onderneming 1] niet in de activa van de bank, maar hangt ervan af in welke mate het personeel dat met het beheer en onderhoud van de datacenters is belast, na analyse van de problemen die zich bij het gebruik door de [onderneming 1] -medewerkers van de in de servers opgeslagen bankgegevens voordoen, deze adequaat weet op te lossen.
cagesvan [onderneming 2] waarin de servers staan, en het door [eiseres] gebruikte systeem voor de monitoring van die cages worden aangemerkt als activa die [eiseres] voor het beheer en onderhoud van de datacenters van [onderneming 1] heeft gebruikt. Vast staat dat die ruimte(n) en dat monitoringsysteem in het kader van de contractwissel niet door [gedaagde] worden overgenomen. Zij kunnen daarmee niet als onontbeerlijk voor de uitvoering van de opdracht worden beschouwd. Dat is anders wat betreft de huur van de
cages, maar de reden waarom de huur daarvan via [eiseres] liep - en via [gedaagde] blijft lopen - is gelegen in aanbestedingsrechtelijke beperkingen die eraan in de weg staan dat [onderneming 1] rechtstreeks met [onderneming 2] contracteert, en die dus losstaan van de contractwissel van [eiseres] naar [gedaagde] . De huur van de
cagesvertegenwoordigt daarmee, in het geheel van de transactie, ook geen relevante waarde voor de opdrachtnemer.