In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 26 september 2024, wordt het verzoek van de verzoeker om vergoeding van proceskosten behandeld. De verzoeker, vertegenwoordigd door mr. S.J. Koolen, heeft een bezwaarschrift ingediend tegen een besluit van verweerder, het UWV Bureau Tewerkstellingsvergunningen, en heeft daarnaast de rechtbank gevraagd om een voorlopige voorziening. Dit verzoek was gericht op de behandeling als ware de verzoeker in het bezit van een tewerkstellingsvergunning tijdens de bezwaarfase. Op 3 januari 2024 heeft verweerder een besluit genomen, maar heeft niet gereageerd op het verzoek om proceskostenvergoeding van de verzoeker. De voorzieningenrechter heeft zonder zitting uitspraak gedaan en overweegt dat, aangezien verweerder niet heeft gereageerd, er geen bezwaar is tegen de vergoeding van de proceskosten. De voorzieningenrechter heeft de proceskosten vastgesteld op € 875,-, gebaseerd op de ingediende verzoekschrift en de geldende waardering per punt. De beslissing is openbaar uitgesproken en verweerder is veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan de verzoeker. De uitspraak is definitief, er is geen mogelijkheid tot hoger beroep of verzet.