ECLI:NL:RBMNE:2024:7504

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
21 november 2024
Publicatiedatum
7 februari 2025
Zaaknummer
UTR 23/5569
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen evenementenvergunning voor UCP Pride Straatfeesten 2023

In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 21 november 2024, wordt het beroep van de Utrechtse Stichting tegen de evenementenvergunning voor het UCP Pride Straatfeesten 2023 behandeld. De rechtbank oordeelt dat het beroep niet-ontvankelijk is, omdat er al een volgend jaarlijks evenement heeft plaatsgevonden waartegen geen beroep is ingesteld. De burgemeester van Utrecht had een evenementenvergunning verleend voor het evenement, maar de stichting heeft geen bezwaar gemaakt tegen de vergunning voor het evenement in 2024, dat inmiddels ook heeft plaatsgevonden. Dit betekent dat de vergunning voor 2024 in rechte vaststaat.

De rechtbank legt uit dat er geen procesbelang meer is bij een inhoudelijk oordeel over de evenementenvergunning voor 2023, omdat het evenement al heeft plaatsgevonden en de beleidsregels voor geluidsnormen voor buitenevenementen per 1 januari 2025 worden ingetrokken. Nieuwe aanvragen voor evenementen zullen worden getoetst aan nieuw beleid. De stichting stelt dat er nog belang is bij een inhoudelijke beoordeling, maar de rechtbank oordeelt dat dit niet het geval is, aangezien de situatie en de regels voor toekomstige evenementen zijn veranderd.

De rechtbank concludeert dat de stichting geen belang meer heeft bij een inhoudelijk oordeel over de evenementenvergunning uit 2023, en verklaart het beroep niet-ontvankelijk. Dit betekent dat de rechtbank de zaak niet inhoudelijk beoordeelt en dat de stichting geen griffierecht terugkrijgt of vergoeding van proceskosten ontvangt.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 23/5569

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 21 november 2024 in de zaak tussen

Utrechtse Stichting tegen Geluidsoverlast, uit Utrecht, de stichting,

(gemachtigde: drs. [gemachtigde] ),
en

de burgemeester van de gemeente Utrecht, de burgemeester

(gemachtigde: mr. N. van Polanen).

Inleiding

In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van de stichting tegen de evenementenvergunning die de burgemeester heeft verleend voor het evenement UCP Pride Straatfeesten 2023.
De burgemeester heeft een verweerschrift ingediend.
De rechtbank heeft het beroep op 8 november 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben namens eiseres deelgenomen: [gemachtigde] als gemachtigde van eiseres, [A] als bestuurder en [deskundige] als geluidsdeskundige. Namens de burgemeester was haar gemachtigde aanwezig.

Beoordeling door de rechtbank

1. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk vanwege het ontbreken van procesbelang. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
2. De stichting is het oneens met de evenementenvergunning die wordt verleend voor het jaarlijkse evenement UCP Pride Straatfeesten. De reden hiervoor is – kort gezegd – de geluidsoverlast die dit evenement geeft. In deze uitspraak gaat het over de evenementenvergunning die voor UCP Pride Straatfeesten in 2023 is verleend. Het evenement UCP Pride Straatfeesten 2024 is inmiddels ook al geweest. Op de zitting is komen vast te staan dat de stichting geen bezwaar heeft gemaakt tegen de voor dat evenement verleende vergunning. De evenementenvergunning voor 2024 staat daarmee in rechte vast. Ook is op de zitting duidelijk geworden dat de beleidsregels voor geluidsnormen buitenevenementen (de beleidsregels) die zijn toegepast bij de vergunningverlening in 2023 en die de stichting getoetst wenst te zien, worden ingetrokken per 1 januari 2025. Nieuwe aanvragen voor buitenevenementen, zoals de UCP Pride Straatfeesten, worden door de burgemeester getoetst aan de hand van nieuw beleid.
3. Gelet hierop, is bij de rechtbank de vraag opgekomen of de stichting nog procesbelang heeft bij een inhoudelijk oordeel over de evenementenvergunning die voor 2023 is verleend. Daarbij stelt de rechtbank voorop dat er voldoende procesbelang aanwezig is als het resultaat dat met de procedure wordt nagestreefd ook daadwerkelijk kan worden bereikt en het realiseren van dat resultaat feitelijke betekenis heeft. Bij evenementen die al hebben plaatsgevonden is het uitgangspunt dat er geen procesbelang meer bestaat bij een inhoudelijk oordeel over de voor dat evenement verleende vergunning. Hierop kan een uitzondering worden gemaakt als aannemelijk is dat nieuwe besluiten over soortgelijke situaties volgen. Het belang bij een inhoudelijk oordeel kan dan worden betrokken bij eventuele toekomstige aanvragen voor een vergunning en de toetsing daarvan. Dit volgt uit vaste rechtspraak. [1]
4. Volgens de stichting heeft zij nog belang bij een inhoudelijke beoordeling van de evenementenvergunning voor 2023. Het nieuwe beleid wijkt niet af van het huidige beleid. Bovendien blijft de situatie hetzelfde, namelijk dat de wijk niet geschikt is om 15.000 mensen op te vangen. Daarnaast zou er een geluidsplan bij de aanvraag moeten zitten.
5. De burgemeester heeft zich op het standpunt gesteld dat er geen procesbelang is. Het nieuwe beleid is anders. Zo wordt bijvoorbeeld niet langer een meetpunt gehanteerd op loodrecht 100 meter afstand bij parken. Een geluidsplan was daarnaast al geen vereiste in de beleidsregels. Bovendien wordt niet altijd voor dezelfde plek een vergunning aangevraagd en toegekend. Zo ging het in 2024 bijvoorbeeld om deels andere plekken.
6. De rechtbank oordeelt dat de stichting geen belang meer heeft bij een inhoudelijk oordeel over de evenementenvergunning uit 2023. Een inhoudelijk oordeel is namelijk niet langer relevant voor latere edities van de UCP Pride Straatfeesten. Het evenement heeft in 2024 al plaatsgevonden en daartegen zijn door de stichting geen rechtsmiddelen aangewend. Voor toekomstige evenementen gelden daarnaast nieuwe regels. Die regels zijn anders dan de beleidsregels die in 2023 zijn toegepast en die de stichting getoetst wenst te zien.
7. Daarnaast wijst de burgemeester er terecht op dat er geen procesbelang kan worden afgeleid uit de omstandigheid dat bij de aanvraag voor 2023 geen geluidsplan zat. Datzelfde geldt voor de omstandigheid dat de wijk niet geschikt is voor veel bezoekers van het evenement. Dit kan per evenement verschillen en is dus afhankelijk van de aanvraag voor een concreet evenement. In deze omstandigheden is daarom geen belang gelegen bij een inhoudelijk oordeel hierover in verband met eventuele toekomstige aanvragen.

Conclusie en gevolgen

Het beroep is niet-ontvankelijk. De rechtbank beoordeelt dus de zaak niet inhoudelijk. Eiseres krijgt daarom het griffierecht niet terug. Zij krijgt ook geen vergoeding van haar proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.A.M. Elzakkers, rechter, in aanwezigheid van
mr. M.A.W.M. Engels, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 21 november 2024.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 8 maart 2023, ECLI:NL:RVS:2023:959.