In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Midden-Nederland, uitgesproken op 20 december 2024, wordt een verzoek behandeld van de gecertificeerde instelling Samen Veilig Midden-Nederland (GI) om gedeeltelijk gezag uit te oefenen over twee minderjarigen, [minderjarige 1] en [minderjarige 3], met betrekking tot medische behandelingen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de vader van de kinderen, die het ouderlijk gezag uitoefent, herhaaldelijk belemmeringen opwerpt voor noodzakelijke medische behandelingen en de uitvoering van de ondertoezichtstelling. Dit heeft geleid tot de conclusie dat een inbreuk op het gezag van de vader gerechtvaardigd is, omdat minder ingrijpende maatregelen niet toereikend zijn. De kinderrechter heeft de GI belast met het gezag over de medische beslissingen voor de duur van de uithuisplaatsing, tot 30 mei 2025.
De kinderrechter heeft in haar beoordeling ook aandacht besteed aan de rechtspositie van de minderjarigen, met name [minderjarige 1], die ouder is dan twaalf jaar. De kinderrechter oordeelt dat [minderjarige 1] niet in staat is om zelfstandig beslissingen te nemen over medische behandelingen, gezien de invloed van zijn vader en de mogelijke loyaliteitsconflicten. De kinderrechter heeft de GI de bevoegdheid gegeven om beslissingen te nemen over medische behandelingen, waaronder inschrijving bij een huisarts en deelname aan diagnostisch onderzoek, wat essentieel is voor de ontwikkeling van de kinderen. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en de kinderrechter heeft de GI verzocht om de rechtbank te informeren over de voortgang van de situatie voor 25 april 2025.