ECLI:NL:RBMNE:2024:7567
Rechtbank Midden-Nederland
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Schorsing rijbewijs en onderzoek naar alcoholgebruik, beroep ongegrond, mondelinge uitspraak
Op 28 november 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht, uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser en de directie van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR). Eiser had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het CBR van 23 maart 2023, waarin werd bepaald dat hij een onderzoek naar zijn alcoholgebruik moest ondergaan. In afwachting van de uitslag van dit onderzoek werd de geldigheid van zijn rijbewijs geschorst. Dit besluit was gebaseerd op informatie van de politie, die meldde dat eiser in de afgelopen vijf jaar meerdere keren was aangehouden op verdenking van rijden onder invloed van alcohol.
Eiser heeft tegen het besluit van het CBR beroep ingesteld, maar is niet verschenen op de zitting. De rechtbank heeft het beroep behandeld en geconcludeerd dat het CBR terecht een onderzoek naar het alcoholgebruik van eiser heeft opgelegd en de schorsing van zijn rijbewijs gerechtvaardigd was. De rechtbank oordeelde dat de aanhoudingen van eiser door de politie, waarbij hij onder invloed van alcohol was, niet betwist konden worden. Eiser had geen reden om te twijfelen aan de juistheid van de bevindingen in de proces-verbaal van de politie.
De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Tevens is eiser vrijgesteld van het betalen van griffierecht. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan.